104 De Ongeziene Stromen: Psychosociale Crisis. Een Toekomstvisie op Werk, Technologie en Menselijk Welzijn
Tien Ontwikkelingen
Die Onze Toekomst Bepalen
4. De Psychosociale Crisis
Het is maandagochtend. Je opent je laptop en scrolt door een onophoudelijke stroom aan e-mails. Tegelijkertijd trilt je smartwatch: tijd voor een mindfulness-pauze. In theorie bedoeld om stress te verminderen, maar de notificatie op zich voelt meer als een extra taak op je toch al overvolle lijst. Dit is de paradox van onze tijd: terwijl technologie ons leven zou moeten vereenvoudigen, lijkt het ons ook meer te belasten.
Het is niet alleen de druk van een compactere samenleving en de eindeloze jacht op economische groei. Het is ook de manier waarop al die prachtige technologische handigheidjes hun weg naar ons leven hebben gevonden. Als echte techneut maak ik mezelf wijs dat ik boven die chaos sta—ik heb immers al die piepjes en trilletjes jaren geleden al uitgezet (op een enkele uitzondering na, natuurlijk). Maar wanneer ik om me heen kijk, wordt de impact van al dat gepiep, geflits en getril pijnlijk duidelijk. Liefst ook allemaal nog met verschilden geluidjes voor verschillende mensen of boodschappen… Ik beleef dan dezelfde irritatie als iemand die deze ontwikkeling min of meer heeft overgeslagen.
Is dit al een wereldwijde psychosociale crisis? Misschien niet officieel. Maar als de WHO gelijk heeft en burn-out en depressie wereldwijd met 20% per decennium toenemen, dan is dit geen voorbijgaande trend meer en dat verbaast me niets. Het is een structureel probleem dat vraagt om reflectie én actie.
In deze vierde blog, onderdeel van de reeks over “ontwikkelingen onder de radar die wél onze toekomst bepalen”, wil ik deze groeiende uitdaging onder de loep nemen. Het wordt tijd dat we niet alleen persoonlijk, maar ook als samenleving, beleid en ondernemerschap opnieuw nadenken over hoe we werken, hoe we leven en ook hoe we technologie willen gebruiken. Trouwens, we moeten ook niet alleen de technologie of maatschappelijke ontwikkelingen de schuld geven natuurlijk, want we willen natuurlijk ook graat al onze ambities vieren en dat kost twee banen, sleutelkinderen en verplicht een leuk weekeinde. Zeventig jaar geleden liepen mensen ook tegen hun grenzen op. Ik bedoel; die grenzen stellen geldt dus ook vooral voor het individu zelf.
Een balans zoeken tussen groei en welzijn
Breder maatschappelijk gezien ligt de kern van het probleem in een eeuwenoud dilemma: economische groei versus menselijk welzijn. Kunnen we productief blijven zonder onze mentale gezondheid op te offeren? Misschien met AI-robots op de lange termijn, maar ik denk dat dit een utopie zal blijken. Ook al wordt al het noodzakelijke werk voor ons gedaan, dan zoeken we toch nieuwe uitdagingen om ons te onderscheiden, behoeften te vervullen enz. enz.. Laten we eens kijken naar een paar belangrijke spanningsvelden.
Ik ben van 1954 en ik weet nog goed dat bij ons ’s morgens om 05.30u de wekker van mijn vader afging… ’s avonds rond zessen was ie weer thuis en dan deed ie vervolgens de ‘klussen in huis’. Het was een andere wereld. Veel meer fysiek werk en toch ook veel meer ‘rust’. Overspannenheid was nog bijzonder. Het was er wel, maar veel minder dan de burn-outs van tegenwoordig.
Wat zijn de fundamenten onder al die veranderingen in de laatste vijftig jaar?
De afgelopen decennia hebben enorme veranderingen met zich meegebracht, zowel in ons werk- als in ons privéleven. Om te begrijpen hoe onze psychosociale crisis is ontstaan en waarom het vinden van balans tussen groei en welzijn zo uitdagend is, moeten we kijken naar de belangrijkste dimensies waarin deze veranderingen hebben plaatsgevonden.
1. De Werkcultuur: Van Routine naar Hyperproductiviteit
In de jaren ’50 en ’60 hadden veel mensen een strak gestructureerde werkdag. Werken was duidelijk afgebakend, zowel in tijd als in ruimte. Je werk begon en eindigde op vaste momenten.
Fast forward naar vandaag: Werk stopt nooit! Dankzij laptops, smartphones en de verwachtingen van constante bereikbaarheid zijn de grenzen tussen werk en privéleven vervaagd. E-mails komen om 22.00 uur binnen en “even snel reageren” wordt de norm. Hyperproductiviteit is de nieuwe standaard, met burn-out als gevolg.
Wat ging verloren?
- Structuur en een duidelijke scheiding tussen werk en privé.
- Tijd om écht te herstellen na een werkdag.
Wat kwam erbij?
- Flexibele werktijden, maar ook druk om altijd ‘aan’ te staan.
2. Technologie: Zegen en Vloek
Technologie heeft ons leven op bijna elk gebied verbeterd: van huishoudelijke apparaten die tijd besparen tot smartphones waarmee we altijd verbonden zijn. Maar deze verbondenheid heeft natuurlijk ook een keerzijde. De constante stroom van meldingen, e-mails en sociale media dringt door in elk moment van de dag.
In de jaren ’70 was technologie vooral een hulpmiddel: een typemachine, een vaste telefoon, een televisie. Tegenwoordig is technologie allesomvattend, van je smartwatch die je stappen telt tot algoritmes die je werk-efficiëntie verhogen.
Een hart onder de riem voor eenieder die durft hier toch eigen keuzes in te maken en de discussie aan te gaan. Zet dat ding uit en kijk bijvoorbeeld dagelijks op een vast moment en niet bij elk piepje. Dat klinkt gemakkelijk, maar ik ervaar het ook als gemakkelijk. Als ze je écht nodig hebben bellen ze wel even… (tenminste dat is mijn motto…).
Wat ging verloren?
- Onbereikbaarheid: in de jaren ’60 was je na werktijd écht vrij.
- Een rustig tempo: de constante connectiviteit zorgt voor een gevoel van haast.
Wat kwam erbij?
- Snelle toegang tot informatie en communicatie.
- Een grotere afhankelijkheid van apparaten voor dagelijkse routines.
3. Sociale Structuren: Van Gemeenschap naar Individualisme
In de jaren ’50 en ’60 leefden mensen meer in gemeenschappen. Buren hielpen elkaar, en gezinnen waren hechter. De sociale structuren boden een vangnet: een informele, maar effectieve manier om stress en tegenslag te delen. Ik weet nog dat ik het heerlijk vond dat mijn moeder elke dag steevast met een kopje thee naast me kwam zitten als ik uit school kwam om de dag door te praten terwijl dezelfde kids nu moet de sleutel om de nek thuiskomen omdat beide ouders ‘moeten’ werken.
Vandaag is onze samenleving meer gefragmenteerd. Individualisme staat centraal en sociale steunnetwerken zijn verzwakt. Sociale media hebben hier ironisch genoeg weinig aan geholpen: terwijl we meer verbonden lijken dan ooit, voelen velen zich geïsoleerder.
Wat ging verloren?
- Lokale gemeenschapsgevoelens en face-to-face interactie.
- Ondersteuning van een hechte groep in tijden van echte stress.
Wat kwam erbij?
- Online communities, maar zonder de diepgang en warmte van echte menselijke interactie.
- Meer zelfredzaamheid, maar ook meer eenzaamheid.
4. Werk-privé balans: Het Verdwenen Weekend
Vijftig jaar geleden hadden de meeste mensen het weekend écht vrij. Dit waren momenten voor ontspanning, gezin en hobby’s. Tegenwoordig is vrije tijd vaak gevuld met taken, hobby’s die als verplichtingen voelen of zelfs werk. Bovendien zijn grenzen vervaagd: je telefoon brengt werk het weekend binnen.
Wat ging verloren?
- Een echte ‘pauze’ van werk.
- Onbezorgde vrije tijd zonder dat het voelt als een race tegen de klok.
Wat kwam erbij?
- Flexibiliteit, maar ook de druk om altijd productief te zijn.
5. Mentale Gezondheid: Van Onzichtbaar naar Op de Agenda
In de jaren ’50 was mentale gezondheid nauwelijks bespreekbaar. Problemen zoals depressie of burn-out werden vaak weggewuifd of genegeerd, maar kwamen volgens mij ook echt minder voor. Da’s moeilijk echt hard te maken omdat er toen minder aandacht aan werd besteed en nu staat mentale gezondheid natuurlijk veel meer op de agenda. Technologie maakt zorg toegankelijker en bedrijven beginnen te investeren in welzijnsprogramma’s.
Wat ging verloren?
- Misschien een gevoel van ‘harder werken, niet zeuren’, al is dit discutabel.
- De illusie dat mentale gezondheid geen probleem was.
Wat kwam erbij?
- Bewustwording en openheid over stress, burn-out en mentale klachten.
- Innovaties zoals AI-tools en apps voor mentale gezondheid.
6. Het Ritme van Het Leven: Van Langzaam naar Overhaast
Het tempo van het dagelijks leven is exponentieel toegenomen. Waar mensen in de jaren ’50 meer tijd namen voor dingen—van koken tot reizen—is snelheid nu de norm. We willen alles onmiddellijk: boodschappen worden bezorgd binnen een uur, we scrollen door video’s van 15 seconden en multitasken constant.
Wat ging verloren?
- De kunst van het wachten en de rust om ergens van te genieten.
- Diepere connecties door het delen van tijd en aandacht.
Wat kwam erbij?
- Efficiëntie en gemak, maar ook een gejaagd gevoel.
Genoeg gezeurd nu, we moeten verder… maar hoe?
Een Nieuwe Balans voor de Toekomst
De veranderingen van de afgelopen vijftig jaar hebben ons leven onmiskenbaar verrijkt, maar ze hebben ons ook uit balans gebracht. Om te voorkomen dat we ons verliezen in de ratrace, moeten we een nieuwe balans vinden. Een balans waarin technologie ons ondersteunt zonder te overheersen, waarin werk ons motiveert zonder ons te slopen, en waarin sociale structuren ons weer verbinden in plaats van ons te isoleren.
De vraag is: hoe pakken we dit aan? Dat vraagt om persoonlijke reflectie, maar ook om collectieve keuzes. Grenzen stellen, prioriteiten veranderen en investeren in welzijn zijn geen luxe, maar noodzaak. De toekomst hangt af van de keuzes die we nu maken.
1. Korter werken, langer leven
Experimenten in landen zoals IJsland en Nieuw-Zeeland met een vierdaagse werkweek hebben veelbelovende resultaten opgeleverd. Werknemers melden minder stress, meer tijd voor herstel en geen verlies in productiviteit. Het idee dat langer werken gelijk staat aan meer gedaan krijgen, lijkt een mythe. Sterker nog, overwerkt personeel presteert slechter, zowel mentaal als fysiek.
Maar hier ligt een uitdaging: kunnen alle sectoren dit model overnemen? Voor bedrijven die afhankelijk zijn van constante productie of dienstverlening, zoals de zorg of logistiek, is dit niet eenvoudig. Toch kunnen we beginnen met flexibiliteit. Geef mensen meer controle over hun werktijden en taken. Wetenschappelijk onderzoek wijst uit dat autonomie op de werkvloer een sterke buffer is tegen burn-out.
2. Technologie: vriend én vijand
Technologie heeft onze levens in rap tempo veranderd. Sociale media brengen ons dichter bij elkaar, maar zetten ons ook tegen elkaar op. Het constante vergelijken en de illusie van perfectie voeden gevoelens van ontoereikendheid. Maar technologie kan ook oplossingen bieden. AI-gestuurde therapie-apps, teleconsultaties en wearables die stress meten, maken mentale zorg toegankelijker dan ooit.
De vraag is: hoe gebruiken we deze tools verstandig? Een chatbot kan een eerste stap zijn in de behandeling van een depressie, maar menselijke verbinding blijft essentieel. Als we technologie gebruiken als aanvulling in plaats van vervanging, kunnen we het potentieel ervan volledig benutten zonder de menselijke factor te verliezen.
3. De prestatiedruk verminderen
We leven in een tijdperk waarin succes afgemeten wordt aan zichtbaarheid. Sociale media versterken dit idee. Maar wat als we collectief een stap terugdoen? Wat als bedrijven prestatiedruk actief zouden verminderen? Denk aan een cultuur waarin het normaal is om e-mails pas na 10 uur ’s ochtends te beantwoorden of om bereikbaarheidsregels te hebben, zoals in Frankrijk.
Daarnaast moeten we investeren in educatie en bewustwordingscampagnes. Als we mensen leren hoe ze gezonde grenzen stellen en bewuster omgaan met hun digitale gewoonten, kunnen we de mentale druk van moderne technologie aanzienlijk verminderen.
Een toekomstvisie op mentaal welzijn
Stel je een toekomst voor waarin werk geen strijd is, maar een bron van betekenis. Waar technologie ons ondersteunt in plaats van overweldigt. Dit is geen utopie, maar een haalbaar scenario als we vandaag de juiste keuzes maken.
4. Preventie boven genezing
De wetenschap benadrukt keer op keer het belang van preventie. Waarom wachten tot mensen vastlopen, als we ze kunnen helpen veerkrachtiger te worden? Dit betekent investeren in welzijnsprogramma’s, mindfulness-trainingen en gemeenschapszorg. Bedrijven die actief het welzijn van hun werknemers ondersteunen, plukken daar zelf ook de vruchten van in de vorm van minder ziekteverzuim en hogere productiviteit.
5. Nieuwe ethiek voor technologie
Met de opkomst van AI en wearables komen ook ethische vraagstukken naar voren. Hoe beschermen we de privacy van gebruikers? En hoe zorgen we ervoor dat technologieën zoals AI-gestuurde therapieën empathisch blijven? Hier is wetgeving essentieel. Transparantie over hoe data wordt gebruikt en duidelijke grenzen aan de rol van technologie zijn niet optioneel, maar noodzakelijk.
6 Cultuurverandering rondom succes
Het echte werk ligt in een fundamentele verschuiving van onze waarden. We moeten afscheid nemen van de obsessie met groei omwille van groei. Succes is meer dan een bonus of promotie; het gaat om voldoening, balans en zinvolheid. Dit vraagt om leiders die empathisch zijn en werkplekken die welzijn even belangrijk vinden als winst.
Wat kunnen wij doen?
Als individu kun je beginnen met het stellen van grenzen: plan offline tijd in, zoek verbinding met mensen om je heen en wees niet bang om hulp te vragen. Als professional kun je pleiten voor welzijnsprogramma’s op het werk en bijdragen aan een gezondere werkcultuur. En als samenleving moeten we bereid zijn te investeren in preventieve zorg, technologie ethisch reguleren en beleidsmakers aansporen om mensgericht beleid te maken.
De toekomst van mentaal welzijn hangt af van de keuzes die we vandaag maken. Zullen we die toekomst samen vormgeven?
1. Technologie slim inzetten
We hebben technologie omarmd als de oplossing voor alles, maar soms voegt het meer complexiteit toe dan dat het problemen oplost. Kijk naar wearables: ze kunnen onze hartslag en slaap meten, maar maken ons vaak vooral bewust van alles wat “niet goed” lijkt.
Wat als we technologie gebruiken op onze eigen voorwaarden? Stel meldingen in op momenten die jou uitkomen. Zet je telefoon op stil tijdens het eten of laat hem gewoon eens thuis als je gaat wandelen. Het klinkt simpel, maar het verschil is enorm. Technologie is er om ons te dienen, niet andersom. Ik moet zelf nog wel eens uitleggen dat ik een appje pas zie als ik er al of niet toevallig naar kijk. Ik wil nu eenmaal geen brilletjes of piepjes als ik ergens anders mee bezig ben. Dat is mijn keuze en niet die van de ‘apper’. Als het écht belangrijk is dan doe maar een belletje… maar ja, die drempel is een stuk hoger en dat is precies wat we nodig hebben… Een hoge drempel om iemand écht op zijn wenken te bedienen.
2. Werk opnieuw vormgeven
Het is tijd om werk opnieuw te definiëren. In plaats van eindeloze werkweken en constant bereikbaar zijn, zouden we meer moeten leren van landen zoals IJsland, waar experimenten met een vierdaagse werkweek veelbelovend zijn. Niet alleen werd de productiviteit behouden, maar werknemers voelden zich gelukkiger en minder gestrest.
Stel je voor: je werkt vier dagen per week en hebt een extra dag voor jezelf. Voor hobby’s, familie of gewoon om even niets te doen. Het zou niet alleen je mentale welzijn verbeteren, maar ook de kwaliteit van je werk. Een frisse geest is immers een creatieve geest.
3. Grenzen stellen, letterlijk en figuurlijk
Dit alles komt neer op één cruciale vaardigheid: leren grenzen stellen. Zeg nee tegen die extra vergadering, ja tegen dat uur voor jezelf. Zet je telefoon uit tijdens het avondeten. We moeten niet alleen collectief, maar ook individueel leren om prioriteiten te stellen. Want uiteindelijk kunnen we pas anderen helpen—of goed werk leveren—als we zelf in balans zijn.
Een toekomst in balans
Het herstellen van balans in ons leven is geen luxe, maar een noodzaak. We kunnen blijven rennen in de hamsterwiel van groei en prestaties, of we kunnen even stoppen, diep ademhalen en een nieuwe koers bepalen. Het mooie is: we hebben de keuze. Het enige wat nodig is, is dat we de tijd nemen om die keuze bewust te maken. Want balans, dat is waar het uiteindelijk om draait.
Jeroen Teelen
Januari 2025
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!