105 De uitspraak over Greenpeace versus de Staat: Wordt Greenpeace toch de verliezer??
De Rechter als Spelbreker: Wanneer Impasses Worden Doorbroken
Ons land staat met de rug tegen de eigen muur…. Alles zit op slot en als je een scheet laat overtreedt je de CO2 norm… Geen bouw, geen boer, geen… leven? Ik ben niet cynisch en ik ben voor een goed milieu maar ik ben ook voor afspraken maken die je na kunt komen en daar schort het aan. Deze situatie dwingt de regering om de wet aan te passen en de rechter heeft daar, naar mij bescheiden mening, heel slim in geacteerd.
De recente uitspraak van de rechter in de zaak tussen Greenpeace en de staat roept niet alleen discussie op over klimaatbeleid, maar ook over de vraag: wat doe je als de politiek vastloopt? Rechterlijke uitspraken zijn vaak een soort breekijzer om zaken weer in beweging te krijgen. Maar wat gebeurt er als de regering zegt: “Dat halen we niet, 2030 gaat gewoon niet lukken”? Welke opties blijven er dan over?
De Rechter als Laatste Redmiddel
Maatschappelijke organisaties zoals Greenpeace stappen vaker naar de rechter als er geen beweging in de politiek zit. Het is een manier om druk te zetten en duidelijkheid te krijgen. Een uitspraak kan een harde wake-upcall zijn voor de overheid: “jullie moeten nu echt wat doen”, maar in dit geval zag de politiek deze uitspraak natuurlijk al lang aankomen. Als ze zegt van niet, dan liegt ze of is ze niet gekwalificeerd om dat werk te doen. De rechter had toch geen andere keuze? De wet is de norm, maar ik ben natuurlijk geen rechter.
In deze zaak heeft de rechter dus, zoals verwacht, gezegd dat de overheid haar klimaatdoelen moet halen, punt uit. Dat is gebaseerd op de huidige wetten en regels. Maar wat als de regering zegt dat het gewoon niet haalbaar is binnen de gestelde tijd? Dan blijft er eigenlijk maar één optie over: de wet veranderen.
De Wet Aanpassen: Makkelijker Gezegd dan Gedaan
Als de regering vindt dat 2030 onhaalbaar is, kan ze besluiten de wet aan te passen. De rechter baseert zich immers op wat er nu in de wet staat. Als je die regels verandert — bijvoorbeeld door de deadline te verschuiven of de eisen wat te versoepelen — heeft de rechter daar niets meer over te zeggen.
Maar zo’n wetwijziging is makkelijker gezegd dan gedaan. Je hebt een parlementaire meerderheid nodig, en reken maar dat er flink wat kritiek komt. Milieuorganisaties, internationale partners en waarschijnlijk een groot deel van de bevolking zullen dat zien als een zwaktebod. En Greenpeace? Die stappen dan gewoon opnieuw naar de rechter, maar dán heeft de rechter dus wel een andere norm als referentiekader.
Wat Betekent Dit voor Greenpeace?
Als de wet wordt aangepast, ziet het er voor Greenpeace niet goed uit. De rechterlijke uitspraak, die in eerste instantie een overwinning leek, wordt dan eigenlijk waardeloos. Want als de regels veranderen, valt de juridische basis onder die uitspraak weg. Greenpeace heeft dan misschien wel gelijk gekregen van de rechter, maar als de wet wordt veranderd, blijft er weinig van over. In die zin hebben ze dan toch niet echt „gewonnen”.
Tegelijkertijd laat het zien dat juridische stappen niet alles oplossen. Uiteindelijk gaat het om politieke keuzes. Zonder de wil om echt iets te doen, blijven we in cirkels draaien.
Hoe Staat de Politiek Hierin?
Het aanpassen van klimaatwetgeving raakt aan grote vragen: hoe serieus nemen we onze afspraken, zoals die uit het Klimaatakkoord van Parijs? En hoe weeg je dat af tegen wat praktisch haalbaar is? Dit soort kwesties maakt wetwijzigingen politiek heel gevoelig.
En dan is er nog de geloofwaardigheid. Wat zegt het over de overheid als ze hun eigen regels aanpassen omdat ze de doelen niet kunnen halen? Dat straalt niet alleen slecht af op het vertrouwen van burgers, maar ook op hoe andere landen ons zien.
Wat Kunnen We Hier Van Leren?
Dit hele verhaal laat zien hoe complex klimaatbeleid is. Ja, de rechter kan een overheid dwingen om zich aan haar eigen wetten te houden. Maar als die wetten vervolgens worden aangepast, wat is die uitspraak dan nog waard? Uiteindelijk ligt de bal altijd bij de politiek. Zij moeten de keuzes maken en verantwoordelijkheid nemen.
Een effectieve overheid wacht niet tot een rechter zegt dat het misgaat. Ze moet vooruitkijken, realistische doelen stellen en zorgen dat die haalbaar zijn. Anders blijven we vastlopen in juridische procedures en politieke impasses.
Conclusie
Rechterlijke uitspraken zoals in de zaak Greenpeace-Staat zijn een wake-upcall. Ze maken duidelijk dat er iets moet gebeuren. Maar als de overheid besluit de wet te veranderen, is de overwinning van Greenpeace van korte duur. Dan kan je zeggen dat ze formeel niet echt hebben gewonnen. Intussen zit door al die onhaalbare doelen waar groen links natuurlijk een groot voorstander in is, wel ons hele land op slot… en is dat dan verstandig? Ik waag het te betwijfelen… maar ja, ik ben ook maar een leek natuurlijk!
Jeroen Teelen
23 januari 2025
Hoi Gerrit,
Ik neem aan dat je niet reageert op de blog over Greenpeace (zo kreeg ik jouw bericht namelijk binnen), maar op een van de blogs over religieuze diversiteit in onze steeds compactere gemeenschap. Zoals je wellicht weet (uit mijn blogjes) ben ik zelf niet gelovig, maar door mijn rol als (agnostisch) amateur-organist/dirigent heb ik de rol en impact van religie op de maatschappij wel altijd van heel dichtbij meegemaakt.
Extremisme bestond in Nederland al ver vóór de komst van moslims, zelfs dichtbij huis. Er zijn nu eenmaal altijd mensen die ‘menen het te weten en te moeten verkondigen’. Ik wil hen niet tekortdoen, maar ik kan er zelf weinig mee. Een hoge concentratie van deze groepen vind je in de Biblebelt. Voor hen geldt in ons land een soort van culturele ‘pragmatische’ tolerantie: geen respect, want dat verdient geen enkele overtuiging, maar tolerantie om grootschalig gedoe te voorkomen. Voordeel binnen die gebieden is, dat er ook een zekere religieuze homogeniteit is waardoor ze elkaar niet onderling de kast (meer) uitvegen. Maar… nog niet zo heel lang geleden deden de katholieken en protestanten dat ook nog… Lemmingen-gedrag, aangestuurd door een blinde… zo ervaar ik dat. Dat gevoel krijgen we nu weer…
Door migratie komt er nu een hausse aan moslims (nieuwen stroming) naar ons land. Zij willen over het algemeen gewoon ‘hun ding’ doen, en dat betekent cultureel gezien wel een beetje ‘slikken en schikken’. Onder deze nieuwe groeperingen vind je echter natuurlijk ook de nodige fanaten die zich willen manifesteren en het allemaal precies menen te weten. Zij mengen zich meestal juist níét in de Biblebelt, maar zoeken hun plek in de rest van de samenleving. Dat veroorzaakt dus ook buiten de ‘Biblebelt-gedoogzones’ de nodige opschudding en ongenoegen.
Er zal uiteindelijk wel een nieuw evenwicht ontstaan, maar uiteindelijk eindigen we natuurlijk altijd weer bij onszelf. Hoe gaan we zelf om met deze nieuwe situatie? Waar maken we ons sterk en waar schikken we in? Ik heb er inmiddels verschillende blogs aan gewijd en ben zelfs bezig er een boekje over te schrijven. Ik deel namelijk de onrust die een steeds compactere en meer pluriforme samenleving kan oproepen als we niet tijdig – inclusief ons bestuur – het gesprek aangaan en duidelijke richtlijnen bepalen voor onze toekomstige samenleving. Richtlijnen waar iedereen (gelovig of niet) zich aan moet houden, en waarin iedereen zich veilig en gelijkwaardig voelt. Dat betekent wel dat ik hoop dat ook de Islam mag rekenen op de ‘verlichting’ want het voelt als de katholieke kerk honderd jaren geleden… ‘wij weten het…’ en dat is een trieste constatering.
Vroeger hadden we de katholieke en protestantse kerk, toen kwamen er de Moslims bij en nu hebben we de Groene Kerk. Allemaal extremisten die de enige waarheid vertellen en steeds meer volgelingen die blind achter de nieuwe profeten aanlopen, in derde wereld landen viert het geloof hoogtij en daar zijn wij naar op weg