124 Waarom goede vragen belangrijker zijn dan antwoorden ofwel: De kunst van het vragen stellen in tijden van slimme systemen
Waarom goede vragen belangrijker zijn dan antwoorden
De kunst van het vragen stellen in tijden van slimme systemen
Stel je voor: je zit in een vergadering en iemand gooit er weer zo’n AI-antwoord uit waar iedereen braaf bij knikt. Mooie volzinnen, indrukwekkende woorden, misschien zelfs wat statistiek. Maar dan komt er stilte. En je denkt: ja, leuk, maar is dit eigenlijk wel de goede vraag voor het probleem dat we proberen te tackelen?
Welkom in 2025.
Van ‘weetjes’ naar ‘wijs vragen’
Vroeger — laten we zeggen, de tijd van encyclopedieën, schoolbanken en leraren die dicteerden — mijn jeugd dus, ging het om het juiste antwoord. Je moest iets weten. De wis 2 voor 12 was, zeg maar, een maatlat voor je kennis… en als je die toch won dan werd je als ‘belezen en bij de tijd’ gezien…
Tegenwoordig? Alles wat je zoekt, vind je met één klik. Het probleem met AI is niet meer dat we te weinig antwoorden hebben, maar dat we niet weten welke vraag we onszelf eigenlijk moeten stellen én hoe we die precies moeten formuleren… om tot de beste antwoorden te komen.
Onderwijskundigen spreken hier al langer over. Bloom’s beroemde taxonomie — je weet wel, die piramide met ‘weten’ onderin en ‘creëren’ bovenin — laat zien dat we omhoog moeten klimmen.
Bloom’s Taxonomie (1956) — Een hiërarchie van denkvaardigheden: van onthouden naar begrijpen, toepassen, analyseren, evalueren en creëren. Veel gebruikt in onderwijs.
En Paul & Elder lieten ons al in 2006 zien dat kritisch denken juist begint bij het stellen van scherpe, gerichte vragen.
Paul & Elder (2006) — Twee voorvechters van kritisch denken. Hun model draait niet om antwoorden, maar om het stellen van diepgravende, logische en doelgerichte vragen.
In een wereld waarin ChatGPT, Google en je slimme koelkast moeiteloos antwoorden geven, is degene die de vragen stelt degene die de richting bepaalt.
Info-overvloed en het moeras van interpretatie
Even de open deur: We leven in een zee van informatie. Sterker nog: we zwemmen in een digitale oceaan waarin elk antwoord opduikt nog voordat je ‘waarom’ hebt getypt. Maar dat maakt het niet makkelijker — eerder moeilijker.
Wat blijkt? Juist die overvloed maakt ons afhankelijk van interpretatie. Gewone AI, zeg maar de ChatGPT-achtige taalmodellen, weet niet echt wat we bedoelen. Ze heeft geen echte intelligentie maar vergelijkt teksten met elkaar komt met statistisch verantwoorde resultaten. Volgens Davenport & Kirby ligt onze meerwaarde tegenwoordig dan ook niet meer in data, maar in het vermogen om die data te kaderen.
Davenport & Kirby (2016) — Stelden dat de unieke waarde van mensen verschuift naar morele en interpretatieve vaardigheden in een wereld vol intelligente systemen.
En Luciano Floridi, denker van het digitale tijdperk, kwam met de term “infosphere” — een wereld van informatie die alleen betekenis krijgt door menselijk oordeel. Want een AI die zegt “dit is waarschijnlijk waar” is nog geen AI die snapt waarom dat ertoe doet.
Floridi (2014) — Introduceerde het begrip ‘infosphere’, de digitale ruimte waarin informatie leeft. Maar zonder menselijke duiding blijft het betekenisloos.
Vragen als motor van vernieuwing
Tot slot: innovatie. We denken vaak dat briljante ideeën zomaar ontstaan. In werkelijkheid beginnen ze bijna altijd met een simpele, brutale vraag: “Waarom eigenlijk?”
Organisaties die floreren, zo toont Berger, zijn organisaties waar je dingen mág bevragen. Niet alleen de status quo, maar ook de onderliggende aannames. AI kan veel, maar het blijft nog hangen in wat is. Alleen mensen kunnen zich afvragen wat er zou kunnen zijn.
Berger (2016) — Onderzocht de kracht van ‘questioning cultures’: organisaties waarin nieuwsgierigheid en twijfel de motor zijn van innovatie.
Een AI kan een prachtig antwoord genereren — maar zelden een nieuwe vraag. Dat blijft voorlopig ons domein.
De nuances liggen in de kwaliteiten van A(G)I
Toch moeten we AI ook niet tekortdoen. De nieuwste generaties van Artificial (General) Intelligence zijn niet langer simpele antwoordmachines, maar slimme systeemdenkers in digitale vorm. Ze herkennen patronen op een schaal en snelheid die wij nooit zullen evenaren. Ze kunnen verbanden leggen, stiltes invullen, en onverwachte parallellen blootleggen — mits de vraag goed gesteld is.
De nuance? Die ontstaat als AI niet alleen feiten presenteert, maar de context begrijpt. Als het systeem doorheeft dat dezelfde vraag in een medisch, juridisch of filosofisch domein een totaal andere afweging vraagt. En dat lukt — steeds vaker. Niet perfect, nog niet betrouwbaar genoeg om blind op te varen, maar goed genoeg om ons wakker te houden.
Zoals ik in blog 122, 123 en 124 heb geschetst, is AGI binnen een à twee decennia een feit. Menselijk redeneren, echt begrijpen en eigenlijk onbeperkt en onmiddellijk toegang tot alle info die je maar zou kunnen wensen… De AI van nu noem ik al ‘mijn maatjes’. Maar AGI’s? Die worden misschien wel digitale collega’s — met intelligentie, mogelijk bewustzijn, en een moreel kompas.
AGI (Artificial General Intelligence) — Verwijst naar systemen die niet beperkt zijn tot één taak of domein, maar breed inzetbaar zijn en in staat tot redeneren en leren over domeingrenzen heen.
Volgens recente schattingen, zoals die van het Stanford HAI Institute (2023) en het EU AI Office (2024), wordt verwacht dat AGI-systemen mogelijk nog vóór 2040 realiteit worden. Zeer betrokken (dus ook kundige) andere specialisten als Geoffrey Hinton (AI-Nobelprijs) denken dat er slechts enkele jaren nodig zijn om zover te komen. Dat maakt de voorbereiding hierop extra urgent.
Waar ligt dan straks nog steeds onze onderscheidende kernkwaliteit?
Juist dan wordt het stellen van de juiste vragen (inhoud en syntax) écht belangrijk. De kwaliteit van de vraag bepaalt hoe diep het systeem durft te gaan. Hoe meer we die kwaliteiten weten te benutten, hoe scherper onze eigen rol als kritische mens in beeld komt en hoe serieuzer en uitdagender ook deze nieuwe collega’s ons zullen vinden.
Hoor ik mezelf goed? Neem ik nu al een ondergeschikte rol aan als het om echte intelligentie gaat? De tijd zal ons leren waar de nieuwe menselijke uitdagingen en rollen zullen liggen, maar in ieder geval niet in het eenvoudige ‘weten’ tenzij… tenzij dat ‘weten’ heel specifiek gekoppeld is aan een eigen ervaring of een bijzondere context. Onze rol komt steeds hoger in de Bloom-piramide terecht — en daarmee worden van ons dus ook andere vaardigheden verwacht.
We hebben nog één of max twee decennia de tijd om ons hierop voor te bereiden, volgens de echte experts. Dus we hebben haast.
Slotgedachte: vragen zijn het nieuwe weten
In een tijd waarin zelfs je telefoon weet wat je volgende zin is, ligt de menselijke meerwaarde niet meer in het antwoord. Het ligt in de vraag die alles op z’n kop zet. De vraag die de nuance blootlegt. De vraag die het AI-systeem even doet twijfelen.
Goed onderwijs? Moet dus niet langer draaien om het inprenten van antwoorden. Maar om het trainen van het vermogen tot twijfelen, afvragen, en herformuleren. Want wie de vragen bepaalt, bepaalt het spel.
Zijn wij er klaar voor om de vraagstellers van morgen te zijn — vóórdat onze collega’s ook dat van ons overnemen?
Open vragen voor verdieping of discussie:
- Wat zegt het over onze tijd dat we antwoorden makkelijker vinden dan de juiste vragen?
- Wie bepaalt in de toekomst nog wat een goede vraag is: de mens, het algoritme, of hun samenspel?
- Welke rol speelt nieuwsgierigheid in een wereld waarin alle informatie al voor je klaarstaat?
- Kan AI ooit de menselijke intuïtie vervangen bij het stellen van de juiste vraag op het juiste moment?
- Zijn er domeinen waar we juist níét willen dat AI vragen stelt — bijvoorbeeld in ethiek, opvoeding of zingeving?
- Hoe herken je een echt goede vraag — en kun je die ook aanleren, trainen, of zelfs automatiseren?
- Als AGI straks zelf vragen stelt, hoe zorgen we ervoor dat die vragen in lijn zijn met menselijke waarden?
- Wat gebeurt er als we ons vermogen tot vragen stellen verleren, omdat systemen het van ons overnemen?
- Welke nieuwe vormen van onderwijs zijn nodig om ‘vraagintelligentie’ te ontwikkelen?
- Kunnen we technologie leren om ook niet te antwoorden — en waarom zou dat waardevol zijn?
Jeroen Teelen
19 mei 2025
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!