132 Deense Microsoft-exit? Voor Nederland geen blauwdruk!

, ,

Voor Nederland: Géén COPY-PASTE van de Deense Microsoft-actie.

De Deense steden Kopenhagen en Aarhus hebben hun samenwerking met Microsoft beëindigd vanwege hun zorgen over afhankelijkheid van Amerikaanse techbedrijven en stijgende licentiekosten. Ze uiten hiermee rigoureus hun onzekerheid over het beleid van president Trump en risico’s voor de Transatlantic Data Privacy Framework.

Blog 131 heb ik reeds aan deze keuze gewijd. Kort samengevat acht ik het onverstandig voor de lange termijnontwikkelingen van Denemarken, omdat het land zich kwetsbaar maakt door afhankelijkheid van kleine eigen software-ecosystemen zonder internationale schaal of dekking. Ik heb er voor gepleit om de aandacht te verleggen naar het voorkomen en verbieden van het gebruik van data in plaats van het verbieden van de tools zelf (ga niet zelf opnieuw het wiel uitvinden, maar zorg voor de goede wegen!). Het Deense besluit is echter inmiddels door velen, ook in ons land, bejubeld en als ‘moedig’ betiteld. Het zou navolging moeten krijgen van Nederland…

In deze blog pak ik die ‘Nederlandse Spiegel’ voor deze actie – waarmee ik bedoel: een nuchtere analyse van de toepasbaarheid van dit voorbeeld op onze context – en belicht ik de gevaren van de Deense aanpak voor Nederland. Natuurlijk weet ook ik niet wat hier op langere termijn de juiste keuze zal blijken, maar ik wil wel een poging doen om de correcte afwegingen en perspectieven te benoemen van waaruit deze beslissingen zouden kunnen worden genomen.

De Deense aanpak van digitale soevereiniteit wordt internationaal geprezen: afscheid nemen van Big Tech waar mogelijk, inzetten op open source, publieke regie en sterke institutionele waarborgen. Maar dit model is niet zonder risico’s, zeker niet als het klakkeloos gekopieerd wordt naar een land met andere schaal, economie en internationale rol. Een diepgaande analyse brengt dertien kritieke risico’s in kaart die bij een Nederlandse toepassing fundamentele problemen kunnen opleveren:


1. Schaalnadeel en strategische kwetsbaarheid

Denemarken is een relatief homogeen land met een beperkte bevolkingsomvang (ca. 6 miljoen inwoners). Dit maakt centralisatie en implementatie van digitale strategieën werkbaar, maar ook kwetsbaar bij economische of technologische tegenslagen. De afhankelijkheid van een beperkt aantal interne IT-aanbieders of overheidsgestuurde platforms vergroot het risico op stagnatie of systeemfalen.

In Nederland is de schaal veel groter en de maatschappelijke infrastructuur complexer. Besluiten over digitale soevereiniteit raken hier méér sectoren, méér actoren en vereisen compatibiliteit met bestaande systemen op grotere schaal. Een kwetsbaarheid in een centraal systeem treft daardoor meteen miljoenen gebruikers – inclusief vitale functies.


2. Economische basis en private sector

Denemarken heeft relatief weinig grote techbedrijven; het economische ecosysteem leunt op export, maakindustrie (zoals farmacie en windenergie) en niches in digitale innovatie (zoals GovTech). De afweging om afstand te nemen van Big Tech raakt de Deense economie minder fundamenteel.

Nederland is juist sterk geïntegreerd in de wereldwijde diensteneconomie en digitale platforms. Veel Nederlandse bedrijven – van startups tot multinationals – draaien op Microsoft-ecosystemen, zowel technisch als organisatorisch. Zonder zorgvuldig transitiepad kan een harde breuk met Big Tech leiden tot verlies van economische slagkracht, interoperabiliteit, juridische zekerheid en internationale concurrentiepositie.


3. Internationale verankering en wetenschappelijke samenwerking

Denemarken is relatief minder afhankelijk van internationale data-uitwisseling op mondiale schaal. Wetenschappelijke instellingen zijn kleiner en kunnen sneller intern digitaliseren, mede door politieke consensus over data-opslag en privacy.

Nederland is als kennisland intensief verbonden met internationale onderzoeksnetwerken, datacentra en cloudinfrastructuren. Universiteiten, ziekenhuizen en kennisinstellingen werken met partners wereldwijd. Eenzijdige isolatie of afscherming kan deze internationale uitwisseling verstoren – en daarmee ook innovatie, financiering en academische reputatie.


4. Politiek draagvlak en bestuurlijke eenvoud

Denemarken kent relatief stabiele coalities en een hoge mate van vertrouwen in overheid en instellingen. Dit maakt scherpe keuzes maatschappelijk acceptabel, ook als dat frictie met bedrijven of burgers oplevert.

In Nederland is vertrouwen in de overheid laag, en zijn beleidstrajecten kwetsbaar voor politieke versnippering, lobbydruk en juridisering. Een breed gedragen digitale strategie vereist langdurige stabiliteit en betrokkenheid van burgers en bedrijven. Zonder deze legitimiteit kan de aanpak ontsporen in technocratische symboolpolitiek.


5. Cyberweerbaarheid en geopolitieke afhankelijkheden

Denemarken loopt risico’s door zijn beperkte kritische massa in cybersecurity: zelf ontwikkelde platforms zijn aantrekkelijk doelwit, en het land is afhankelijk van NAVO-bescherming. Toch kan het zich veroorloven offensieve risico’s te nemen vanwege zijn bescheiden positie op het wereldtoneel en beperkte strategische belangen in mondiale datastromen.

Nederland is een knooppunt in de wereldwijde digitale infrastructuur (AMS-IX, grote datacentra, financiële stromen). De verwachting van continuïteit en veiligheid ligt hier hoger. Elke verstoring door onrijpe software, ontbrekende back-upcapaciteit of falende migratie raakt niet alleen nationale belangen, maar ook internationale partnerschappen en reputatie.


6. Tempo van transitie en adoptiekosten

Denemarken kan door zijn schaal en governancecultuur sneller besluiten nemen en systemen omschakelen. In Nederland is elk grootschalig IT-project kwetsbaar voor bestuurlijke traagheid, aanbestedingsproblemen en publieke controverse (denk aan eerdere ICT-debacles).

De overgangskosten van Microsoft naar open source zouden miljarden vergen aan migratie, training, herbouw van systemen én tijdelijke productiviteitsverliezen. De maatschappelijke adoptiekosten van een ‘eigen pad’ worden vaak onderschat: duizenden ambtenaren, scholen en bedrijven zijn nu afhankelijk van Microsoft-producten. Invoering van alternatieven vergt niet alleen infrastructuur, maar ook cultuurverandering.


7. Afhankelijkheid van Europese harmonisatie

Denemarken neemt afstand van Amerikaanse big tech, maar blijft binnen een coherent EU-beleid opereren. Als Nederland dit pad zou volgen zonder expliciete Europese dekking, kan dit leiden tot conflicten met mededingingsrecht, interne marktregels of dataverwerkingsstandaarden.

Nederland kan niet zelfstandig loskomen van big tech zonder de Europese beleidslijn mee te nemen. Eenzijdige stappen zouden het land juridisch, politiek en economisch isoleren binnen de EU.


8. Functionele volwassenheid van alternatieven

De Deense overheid investeert langdurig in open source-platforms (zoals OS2), maar veel van deze oplossingen zijn nog beperkt in functionaliteit of schaalbaarheid. Nederland kan zich minder veroorloven om cruciale processen te draaien op deels experimentele software of gefragmenteerde ecosystemen.

De volwassenheid van alternatieven moet kritisch worden getoetst. Een strategische terugtrekking uit Microsoft mag geen symbolische daad zijn, maar moet gebaseerd zijn op bewezen, schaalbare en veilig te beheren alternatieven.


9. Onderwijs, zorg en rechtspraak als zwakke schakels

In Nederland is digitalisering in de zorg, het onderwijs en de rechtspraak sterk afhankelijk van geïntegreerde commerciële software. Anders dan in Denemarken, waar sommige sectoren eerder gedigitaliseerd en gestandaardiseerd zijn, zouden grote systeemwisselingen in Nederland deze publieke domeinen ernstig verstoren.

De gevoeligheid van deze sectoren maakt een abrupte koerswijziging onverantwoord. Hier is eerst stabiliteit en betrouwbaarheid nodig, voordat geopolitieke principes leidend kunnen zijn.


10. Publieke perceptie en gedragscomponent

Deense burgers zijn relatief digitaal vaardig en bereid nieuwe publieke platforms te gebruiken. In Nederland is het vertrouwen in digitale overheidsdiensten kwetsbaarder (denk aan Toeslagenaffaire, DigiD-problemen). Een overheid die gebruikers dwingt tot overstap, zonder duidelijk voordeel, kan imagoschade oplopen of burgerlijke ongehoorzaamheid uitlokken.

Succesvolle digitalisering vergt gedragsverandering én vertrouwen. Stel jezelf als overheid de vraag: Wat krijgt de burger ervoor terug? Zonder breed draagvlak zal een ‘Deense stap’ in Nederland eerder polarisatie dan participatie opleveren.


11. Internationale verantwoordelijkheid en kwetsbaarheid

Nederland speelt een grotere rol in cyberveiligheid (o.a. hosting, financiële netwerken, logistieke hubs). Een ‘splitsing’ met internationale big tech zonder stevige Europese back-up brengt directe risico’s mee voor vitale infrastructuur, tenzij het land zelf zware investeringen doet in onafhankelijke cybersecurity-ecosystemen.


12. Digitale inclusie en ongelijkheid

Open source-omgevingen en minder gebruiksvriendelijke publieke platforms kunnen leiden tot digitale uitsluiting, vooral onder kwetsbare groepen zoals ouderen, laaggeletterden en mensen met een beperking. Waar commerciële software veelal geoptimaliseerd is voor toegankelijkheid en gebruiksgemak, ontbreekt die ondersteuning vaak in publiek ontwikkelde alternatieven.

Als Nederland deze stap zet zonder robuust inclusiebeleid, lopen grote groepen het risico buiten de digitale samenleving te vallen.


13. Exportpositie van Nederlandse IT-sector

Een breuk met Big Tech kan wederzijdse uitsluiting van markten veroorzaken. Nederlandse IT-bedrijven die afhankelijk zijn van Microsoft-, AWS- of Google-infrastructuren kunnen internationaal terrein verliezen als zij worden gedwongen te migreren naar nationale of Europese alternatieven die buiten die ecosystemen vallen.

Zonder flankerend beleid om deze sectoren te ondersteunen, kan dit de exportpositie en innovatiecapaciteit van de Nederlandse IT-dienstverlening structureel ondermijnen.


De valkuil van het valse dilemma

De discussie over digitale autonomie wordt vaak gepresenteerd als een keuze tussen volledige overgave aan Big Tech of volledige afkoppeling. Dat frame is misleidend. Tussenmodellen zijn mogelijk, zoals het afdwingen van datagebruikvoorwaarden binnen bestaande platforms, gebruik van Europese clouds met garanties, of hybride modellen waarin publiek en privaat samenwerken.

Als we die tussenopties negeren, lopen we het risico op ideologische beslissingen zonder praktische uitvoerbaarheid of draagvlak.


Conclusie: geen copy-paste!

Zoals hierboven uiteengezet in dertien punten, zijn de risico’s van een klakkeloze overname van het Deense model aanzienlijk en veelzijdig. Een Deense aanpak vergt een sterkere eigen digitale infrastructuur, politieke consensus, langdurige investeringen en brede maatschappelijke steun. Die voorwaarden zijn in Nederland slechts ten dele aanwezig.

Een strategisch aangepaste koers is dus nodig:

  • Publieke regie versterken, maar met internationale interoperabiliteit.

  • Technologische autonomie uitbouwen, maar met betrokkenheid van private partijen.

  • Burgerrechten en transparantie centraal stellen, maar zonder bruikbaarheid op te offeren.

De ‘Deense stap’ moet dus geen doel op zich zijn, maar een richtlijn – realistisch vertaald naar de Nederlandse schaal, economie, samenleving en geopolitiek.

Jeroen Teelen

10 juni 2025

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.