140 Is Nederland Ambitieus Genoeg in de AI-Wereld?

, ,

Is Nederland Ambitieus Genoeg in de AI-Wereld?

Een Reflectie op Kansen, Dilemma’s en De Ongeziene Factoren

Toen de LinkedIn redactie me onlangs vroeg of ik, vanuit mijn expertise, wilde meedenken over de vraag of Nederland ambitieus genoeg is op het gebied van AI, kreeg ik een déjà vu.

Net als in de jaren tachtig, toen de computerrevolutie vanuit Silicon Valley oversloeg en Nederland zich afvroeg of het zou aanhaken – of achterblijven. Professor Rathenau luidde destijds de noodklok. Ik herinner me goed hoe ik, op het verzoek van het Min. van  EZ, via vele landelijke lezingen voor meer dan 17.000 ondernemers en via Teleac-cursussen op televisie voor de burger, probeerde landgenoten bij te praten over de (on)mogelijkheden van dat mysterieuze apparaat: de computer.

Vandaag zitten we in een vergelijkbare situatie. Alleen is de technologie niet de pc, maar kunstmatige intelligentie. En opnieuw geldt: de angst is groot, de verwarring groter – maar de kansen zijn nóg veel groter. Ik denk dat je niet per se voorop hoeft te lopen in ontwikkeling, maar dat je wel tijdig een visie moet ontwikkelen waar onze (Nederland en vervolgens Europa en dus NIET andersom!) grootste kansen liggen om profijt te trekken van deze ontwikkeling.

Daarom heb ik taalmodellen zoals ChatGPT, Claude, DeepSeek, Grok en Kimi-K2 elk gevraagd om een geïntegreerde analyse van de mondiale AI-ontwikkelingen. Hun ‘inzichten’ vormen dus de basis van deze blog die ik heb geverifieerd en geredigeerd en vervolgens aangevuld met mijn eigen reflecties. De essentie van de vraag zit niet in het bouwen van dergelijke taalmodellen want dat kan tegenwoordig bijna iedereen. Het gaat om toepassing, context, data en durf! 

AI is een nieuwe trein waarop je wel tijdig je plek moet reserveren om straks niet in de bezemwagen te belanden, want ze verdwijnt niet meer van het toneel en haar invloed zal nog veel groter worden dan die we van ‘de computer’ hebben ervaren. Ze zal onze wereld, maar ook ons wereld-beeld en onze ‘waarheden’ gaan beïnvloeden… Maar die uitwijding gaat hier nu even te ver, dus laten we de hoofdvraag scherp stellen:

Is Nederland ambitieus genoeg – en ambitieus op de juiste manier?

 

De Mondiale AI-Wedloop: Waar Staan We?

De AI-wedloop is losgebarsten – en we lopen achter. Geoffrey Hinton, Nobelprijswinnaar 2024 en wereldwijd bekend als de ‘Godfather of AI’, waarschuwt ons onomwonden: de wereld mist een samenhangende visie op het gebruik, de regulering én de snelheid van ontwikkeling van AI. De technologie dendert op ons af. Terwijl overheden nog discussiëren over ethische kaders, loopt Silicon Valley al vele versies op ons voor.

De Verenigde Staten domineren het speelveld. Big tech-bedrijven als OpenAI, Google en Meta worden gevoed door een losgeslagen investeringsklimaat – $109 miljard privégeld ging er in 2024 naar AI. En dat is nog maar het begin: het Stargate-project, een $500 miljard publiek-privaat megaproject voor AI-infrastructuur, is in aantocht.

China bewandelt een andere route. Via staatsgestuurde suprematie zet het land in op schaal, controle en GDP-boosts. Het Nationale AI Fonds omvat $8,2 miljard, en de overheid plant voor 2025 een publieke AI-investering van $98 miljard.

Europa, inclusief Nederland, positioneert zich als de ‘ethische tegenhanger’ – met de EU AI Act als vlaggenschip. Die wetgeving is principieel: verboden op risicovolle AI-toepassingen, verplichte transparantie, en watermerken op gegenereerde content. Belangrijk, zeker. Maar ook: log, complex en traag.

Waar gaat het geld naar toe?

Tussen 2018 en 2023 investeerde Europa €32,5 miljard in AI – peanuts dus vergeleken met de $471 miljard die de VS in datzelfde tijdsbestek mobiliseerde.

Nederland volgt dit pad. Met de Nationale AI-Strategie, de Nederlandse AI Coalitie en thematische agenda’s voor zorg, landbouw en mobiliteit. De overheid voorziet in €1,7 miljard voor AI, data en cybersecurity (2025–2027). Onze startups haalden in 2024 €3,4 miljard op – meer dan voorgaande jaren, maar relatief bescheiden. Rathenau en TNO luiden de noodklok: onze R&D-investeringen blijven ver onder de EU-doelstelling van 3% BBP, en toegepaste AI breekt zelden door buiten de academische bubbel.  En deze vergelijking maakt het contrast pijnlijk duidelijk:

De conclusie is: We kunnen deze strijd op schaal nooit winnen – en moeten dat dus ook niet proberen! Maar Nederland kán wereldleider worden in strategische niches zoals AI voor duurzame logistiek, agrotech, waterbeheer, gezondheidszorg en vul dit verder maar in met alle domeinen waarop we menen dat Nederland wereldwijd een goede positie inneemt. Domeinen dus waarin we al excellerende kennis, data-infrastructuur én internationale geloofwaardigheid hebben. Maar dan moeten we het wel echt willen én keuzes durven maken.

Sterke Punten: De fundamenten zijn er!

Nederland heeft sterke papieren. Onze kennisinfrastructuur is robuust: TU Twente, TU Delft, TU Eindhoven en de Universiteit van Amsterdam behoren tot de Europese top in domeinen als machine learning, computer vision, embedded AI en mensgerichte AI. Instituten zoals CWI en TNO scoren internationaal op het gebied van ethische AI en publieke toepassingen.

De wetenschappelijke impact liegt er niet om: de gemiddelde citatie-impact van Nederlandse AI-publicaties ligt op 2,08 – ruim boven het wereldgemiddelde van 1,0. Dat is niet alleen academisch prestige, maar bewijst ook de aansluiting bij relevante internationale netwerken.

Daarnaast vertalen bedrijven als ASML (AI in chipfabricage), Philips (healthtech) en startups zoals Picnic (AI in logistiek) kennis effectief naar de markt. Het publiek-private ecosysteem – met programma’s als ICAI, NL AIC en regionale hubs – biedt een waardevolle brug tussen onderzoek, bedrijfsleven en overheid. Inmiddels heeft 45% van de Nederlandse bedrijven een AI-strategie – fors boven het Europese gemiddelde.

Ook de randvoorwaarden zijn gunstig: onze digitale infrastructuur – denk aan breedband, datacenters en cloud-access – behoort tot de wereldtop. En met een Engelstalige werkomgeving en hoge levenskwaliteit is Nederland aantrekkelijk voor internationaal AI-talent.

Zwakke Punten: De kloof tussen woord en daad!

Toch zijn de AI-taalmodellen op dit punt opmerkelijk eensgezind: Nederland is ambitieus in woorden, maar te voorzichtig in uitvoering.

De cijfers zijn veelzeggend: 80% van de organisaties wil AI inzetten, maar slechts 12% doet dat op schaal. De oorzaken zijn structureel:

  • Datafragmentatie – veel organisaties hebben wel data, maar missen interoperabiliteit of governance.
  • Gebrek aan gespecialiseerd talent – AI-experts worden weggekaapt door big tech of zoeken snellere routes naar toepassing.
  • Trage valorisatiecultuur – (de mate waarin wetenschappelijke kennis doelgericht wordt omgezet in economische en/of maatschappelijke waarde) volgens CWI duurt het gemiddeld 2,4 jaar voordat een AI-project in Nederland zijn eerste klant vindt. In Silicon Valley is dat slechts 0,9 jaar.

Financiering blijft achter: het Nationaal Groeifonds investeerde in 2021 slechts €276 miljoen in AI-gerelateerde projecten – een druppel vergeleken met de behoeften. Tegelijk verliezen we cruciaal talent aan buitenlandse bedrijven. Sommigen keren gelukkig terug met netwerk én kapitaal, maar zonder een aantrekkelijk landing pad – zoals Singapore’s Tech.Pass of het Britse “Entrepreneur First”-programma – raken ze snel weer gefrustreerd.

Publiek-private samenwerking is in potentie krachtig, maar in de praktijk vaak bureaucratisch en risico-avers. Startups lopen vast in langdurige aanbestedingen of blijven hangen in pilots zonder doorgroeimogelijkheden. En hoewel de EU AI Act bedoeld is om burgers te beschermen, zorgt ze nu vooral voor juridische onzekerheid en vertraging bij opschaling.

Toch is er een kans: wie leert compliance-by-design toe te passen – dus al in de ontwikkelfase van AI-toepassingen rekening houdt met wetgeving en ethiek – bouwt mogelijk juist concurrentievoordeel op. Niet ondanks de AI Act, maar juist dankzij duidelijke spelregels kunnen Europese bedrijven een geloofwaardige propositie opbouwen in sectoren waar vertrouwen centraal staat. Vooral in markten als zorg, justitie en onderwijs, waar transparantie doorslaggevend is.

Vergeten Perspectieven: Burger en Planeet

Opvallend is wat er vaak ontbreekt in de AI-discussie: het burgerperspectief! Vertrouwen in technologie is in Nederland geen vanzelfsprekendheid meer, zeker na de toeslagenaffaire of algoritmische discriminatie bij gemeenten. AI-projecten zonder transparantie of participatie roepen terecht weerstand op.

Ook de ecologische voetafdruk van AI verdient aandacht. De training van grote taalmodellen kost duizenden MWh aan energie. Duurzamere alternatieven, zoals neuromorfe chips of AI op basis van edge computing, verdienen daarom actieve ondersteuning binnen AI-beleid. Zonder duurzame cloud- en chipoplossingen worden onze AI-ambities anders een paradox: technologie inzetten voor verduurzaming, terwijl de technologie zelf niet duurzaam is.

Moeten We Meedoen in de AI-Wedloop?

Een ongemakkelijke vraag dringt zich op: moeten we überhaupt willen meedoen met deze mondiale AI-wedloop? Willen we echt concurreren met machtsblokken die AI inzetten voor surveillance, sociale controle, beïnvloeding of militaire doeleinden?

Toch zeg ik: ja, we móéten meedoen – maar wel op onze voorwaarden. Niet omdat we moeten winnen, maar omdat we niet afhankelijk willen worden. Nederland – en bij uitbreiding Europa – moet streven naar technologische soevereiniteit: niet als eiland, maar als tegengewicht. Juist in samenwerking met andere EU-landen zoals Duitsland of Frankrijk kunnen we de schaal en slagkracht creëren die nodig is om een geloofwaardig alternatief te bieden.

We moeten niet alleen investeren in AI die werkt, maar in AI die werkt voor mensen – transparant, uitlegbaar en controleerbaar. Tegelijk is er ook een alternatief denkbaar: niet sneller of groter willen zijn, maar bewuster. Nederland zou ook kunnen kiezen voor een “slow tech”-strategie waarin zorgvuldigheid en publieke waarden leidend zijn boven snelheid.

De wereld heeft dringend behoefte aan een alternatief voor het Amerikaans-Chinese duopolie dat wordt gedreven door marktmacht en staatscontrole. Laat Nederland – met zijn traditie van rechtstatelijkheid, data-governance en maatschappelijk debat – dat alternatief vormgeven. Niet naïef, niet moralistisch, maar principieel én praktisch.

Dat betekent: geen kopie van Silicon Valley, maar een eigen route. Één waarin AI-systemen de democratische rechtsstaat versterken, niet ondermijnen. Één waarin publieke waarden voorrang krijgen op marktdruk. En één waarin we investeren in technologie die onze autonomie vergroot – in gezondheidszorg, landbouw, logistiek, veiligheid en onderwijs.

AI is géén neutrale technologie. Wie het ontwikkelt, bepaalt wat het kan. En wie achterloopt, is afhankelijk van wie voorloopt. De keuze is dus niet óf we meedoen – maar hoe.

Beleidslessen: Wat We Kunnen Leren van de Jaren ’80

De analogie met de computerrevolutie in de jaren ’80 is meer dan nostalgie. Ook toen liep Nederland achter op het gebied van hardware, software en digitale vaardigheden. En ook toen was er twijfel: zouden we nog kunnen aanhaken? Maar juist dankzij publieke investeringen in educatie, infrastructuur en open standaarden wisten we alsnog een eigen pad te banen.

De les van toen: wacht niet op “de markt” of “de natuurlijke dynamiek” – die komt vaak te laat, of niet op de juiste plek. Creéer actief de randvoorwaarden waarin innovatie kán ontstaan. Denk aan:

  • Modern AI-onderwijs in het mbo en hbo,
  • Publieke platforms voor discussie en beeldvorming,
  • Nationale datasamenwerkingen tussen publieke instellingen,
  • Fiscale regelingen voor AI-valorisatie,
  • En bovenal: schaalbare testomgevingen waarin bedrijven veilig en snel kunnen experimenteren.

Zonder zulke randvoorwaarden blijft AI in Nederland hangen in academische papers, dure pilots of multinationale platforms. De technologie is er al. Nu het beleid nog.

Van Strategie naar Actie: Een Rathenau 2.0-Moment

Wat Nederland nu nodig heeft, is geen nieuwe AI-visienota, maar een Rathenau 2.0-moment: een doelgerichte, publiek-gedreven impuls die de stap van strategie naar uitvoering écht mogelijk maakt. Geen symbolisch beleid, maar gerichte investeringen op plekken waar het verschil gemaakt wordt.

Concreet:

  • Investeer jaarlijks honderden miljoenen in AI-toepassingen voor onderwijs, zorg, MKB en publieke dienstverlening. Niet versnipperd, maar doelgericht en meetbaar.
  • Creéer een ‘AI Landing Pad’ voor terugkerend Nederlands toptalent: met fiscale voordelen, experimentruimte en snelle toegang tot funding en testdata.
  • Start een compliance-by-design proeftuin, waarin ten minste 100 publieke databronnen (CBS, KNMI, RDW, RIVM) gecertificeerd worden ontsloten voor AI-challenges, inclusief begeleide trajecten.
  • Versnel valorisatie met een nationaal “Innovation Accelerator Fund” van €300 miljoen voor Series A-financiering, gericht op deep tech en publieke AI-toepassingen. Tegelijk vraagt zo’n versnelling om scherpe keuzes: hoe voorkomen we dat publiek geld verdampt in prestigeprojecten, of dat enkel de Randstad profiteert van zulke regelingen?
  • Claim EU-leiderschap in ethische AI: laat Nederland de coördinator worden van tooling voor compliance, open-source assessments en audits. Een unieke USP in een versplinterd veld.

Met zulke maatregelen bouwen we niet alleen technologie – we bouwen vertrouwen, autonomie en toepassing. En precies daar ligt de toekomst van AI.

Wie nu durft te handelen, bepaalt straks de spelregels.

Slotgedachte: Durven Meedoen – Op Onze Voorwaarden

Nederland is ambitieus in woorden, maar mist te vaak de durf om die woorden om te zetten in daden. En toch: de fundamenten zijn er. We hebben toonaangevende kennisinstellingen, opkomende niches, terugkerend talent, en – eindelijk – een groeiend besef van urgentie.

N.B. Ook nu weer blijkt dat we niet voorop hoeven te lopen in de nieuwe ontwikkelingen zelf, mits we onze wetenschappelijke kennis (en dus ONDERWIJS!) op peil werden te houden! 

Maar nu is het tijd om te kiezen. Blijven we hangen in overlegstructuren en papieren strategieën? Of durven we te investeren, te experimenteren en onze eigen AI-koers uit te zetten – gericht op autonomie, transparantie en maatschappelijke waarde?

De technologie dwingt ons tot keuzes. Maar het is aan ons om die keuzes principieel te maken. Zoals we dat in de jaren ’80 deden. Niet afwachten. Niet kopiëren. Maar handelen – op onze voorwaarden.

Laat de stem van de burger horen in discussieplatforms. Een eerste stap in die richting is het initiatief Digitale Soevereiniteit Voor Burgers (DSVB), dat ik samen met Peter van Eijck en Tim Berkelaar ben gestart. Dit platform staat nog in de kinderschoenen, maar is opgezet vanuit de overtuiging dat burgers niet alleen recht hebben op voorlichting over AI en digitalisering, maar ook op concrete alternatieven voor de sturing door big tech. DSVB wil precies dát gaan bieden: bewustwording, keuzemogelijkheden, en publieke regie. We nodigen beleidsmakers, burgers, en technologieontwikkelaars uit om samen te bouwen aan een soevereine digitale toekomst.

En laten we vooral niet vergeten: ook deze blog werd mede mogelijk gemaakt door taalmodellen!
Een klein voorbeeld van hoe AI ons niet alleen vooruit kan helpen, maar ons ook kritisch kan laten nadenken.

 

Jeroen Teelen

24 juli 2025

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.