32 De bezorger van dit blad wenst u…

27 december 2018

Wederom een prachtig jaar toegevoegd aan een geweldig leven… Ik kreeg dit jaar zelfs enkele kilo’s te veel! Oeps…
Ook 2018 heeft weer bijgedragen aan de stapel die ‘levenservaring’ heet en heeft dus weer wat deurtjes opengezet in m’n bovenkamer. Trouwens, op deze leeftijd gaan er vaak ook al heel wat deurtjes dicht, maar gelukkig merk ik dat zelf (nog) niet….

Een jongetje van een jaar of twaalf (bezorger van een blad dat ik niet kende), belde zojuist aan om ons prettige feestdagen te wensen (zijn moeder keek toe vanaf de weg). Hij overhandigde het wenskaartje met de opmerking: “Meneer, wat woont u in een prachtig huis.” Natuurlijk hoor je dat wel eens van relaties, maar zoiets zeg ik ook wel als ik bij hen op visite kom, dus ik heb me er nooit ongemakkelijk onder gevoeld. Dít maakte echter, door de kinderlijke eerlijkheid, echt indruk. Ik herkende mezelf in hem. Ik voelde me gelijk ongemakkelijk, maar zei: “Je hebt helemaal gelijk! Wij vinden het ook zó geweldig dat wij hier mogen wonen.” Ik drukte hem vijf euro in de hand omdat ik het altijd mooi vind als kinderen zelf wat verdienen en niet alleen maar teren op wat paps of mams ze toeschuiven. Zo’n spiegel komt ineens binnen en je vraagt je onwillekeurig toch af of je je daar misschien zelfs een beetje ‘schuldig’ bij zou moeten voelen, ook al heb je er zelf hard voor gewerkt en het echt niet in de schoot geworpen gekregen. Je blikt even terug en beseft dat je hier zelfs al ruim dertig jaar woont en dus als broekie van begin dertig al… oeps… er gaat een lampje branden… Wat moeten de mensen destijds wel niet gezegd of tenminste gedacht hebben? En nee, ze hebben geen gelijk gekregen, want we wonen er nog steeds.

Ik hoop dat het nog een tijdje zo door mag gaan (alles doet gelukkig nog), maar dat ik inmiddels toch een wat evenwichtiger indruk heb over de kwaliteit van mijn leven tot nu toe, gespiegeld aan dat van veel anderen, is onmiskenbaar. Wat heb ik veel geluk gehad. Vroeger zei ik gekscherend wel eens als iemand een opmerking maakte… “Ja, ik kom nog een keer van geluk onder de trein.” Zelf de slingers ophangen? Ik wás de slingerfabriek! Twee mensen waar ik als jonge twintiger veel bewondering voor had en dat ook uitte, hebben me destijds gezegd: “Over een paar jaren lach je erom.” Ik begreep toen niet echt wat ze bedoelden, want ik vond ze echt kanjers, maar nu begrijp ik die opmerking donders goed. Wat ben ik tot nu toe een heel erg rijk en bevoorrecht mens geweest (zonder het trouwens zelf zo expliciet te beseffen). Altijd enthousiast, vol passie en energie en ook heel tevreden, maar ja, dat is allemaal ook niet zo moeilijk als alles voor de wind gaat. Het feit dat ik genetisch niet helemaal achteraan heb gestaan (zoals mijn inmiddels overleden cabaretmaatje Patty met regelmaat meldde) en dat ik kansen heb gekregen van mijn ouders, mijn vrouw en omgeving om dát te doen wat ik wílde doen, waren ook voorwaarden die niet voor iedereen zo ideaal worden ingevuld. Kon er dan niks beter? Tuurlijk wel, maar dat zijn voor mijn gevoel details die op een of andere wijze altijd in de schaduw zullen blijven staan van alle positieve ervaringen of resultaten. Het positieve gevoel houdt dik de overhand en die positiviteit is trouwens ook niet iedereen gegeven. Er komt blijkbaar toch een moment dat dit soort zaken boven komen borrelen…

Inmiddels heb ik ook wel wat conclusies getrokken. Ik had als kind maar ook later als student veel respect voor mensen die veel ‘bereikt’ hadden. Dat is wel begrijpelijk omdat je eigenlijk zelf van heel gewone komaf bent en weet hoe onmogelijk zo’n weg dan lijkt. Ze stonden op een niveau op de maatschappelijke ladder dat voor de gewone man of vrouw meestal niet was weggelegd. Tenminste, zo voelde ik dat als kind en hierin herkende ik wel een beetje dat jongetje aan de deur. De minister, rechter, professor, directeur, et cetera, allemaal mensen en posities waar ik als kind tegenop keek. Echter, als je een beetje geluk hebt (de goede genen en de goede omgeving), dan zijn dat helemaal geen bijzondere prestaties maar meer een simpel gevolg van het mazzelfundament al of niet gecombineerd met een mazzelomgeving. Ja, je moet natuurlijk niet té lui zijn, want dan wordt het nog niks. Ik ben er inmiddels achter dat het niet per se mensen of functies zijn waar je tegenop moet kijken. In de spiegel kijken is voldoende en een voorbeeld kan inspirerend zijn, maar daar blijft het dan ook bij. Ook mijn eigen prestaties zijn niet veel meer dan het logische gevolg van hetgeen er al in zat. Oké, ik heb wel mijn best gedaan, maar ik heb er verder niets voor hoeven laten staan en deed het allemaal met veel plezier.

Tegenwoordig sta ik (al weer jaren) met regelmaat achterop de vuilniswagen om oud papier op te halen voor de sportvereniging, loop ik vrijwel elke zondag achter de rolstoel van een aantal gehandicapten waaronder Toontje van 92, om hen een verzetje te bezorgen door samen een frietje te gaan eten (ergens moet die 10 kg toch vandaan komen), en als ik er zin in heb rijd ik als inval-vrachtwagenchauffeur voor een transportbedrijf… Gewoon omdat ik dat alles dus óók heel erg leuk vind. Dan betreed je werelden waar heel andere normen bepalen wat iemand waard is en dat deze ‘waarde’ heel weinig met een functie of met kennis te maken heeft maar veel meer met sociaal gedrag, enthousiasme en inzet. Wil ik mijn best doen voor een ander ook zónder dat het per se iets voor mezelf oplevert of uitstraalt in mijn eigen kringetje? Het respect op basis van functies of intellect a priori is dus al heel lang niet meer aan de orde. Het respect hoop ik nu dus zelf ook te tonen aan die mensen die gewoon hun best doen of zelfs ietsje meer…

Voor de jongere: Als je mooi kunt ‘zingen’ is dat op zich geen prestatie waar je trots op moet zijn en iemand die goed kan leren verdient niet om die reden respect. Dat geldt ook voor de functies die dienenengevolge worden bekleed. Het zit domweg in de genen en je mag er wel ‘blij’ mee zijn, natuurlijk, net als met die mooie of juist kromme neus, maar trots is dan ongepast en een echte ‘attitude’ is domheid ten top! Er zijn op alle niveaus kanjers en klungels en je kunt je, ongeacht je ‘niveau’, altijd onderscheiden van de meute, zelfs als je niet vooraan hebt gestaan bij het uitdelen van de genen! Is dit nu een leermoment? Welnee! Als je jong bent zijn die functies of prestaties wel degelijk richtinggevend en iets om je aan op te trekken omdat dit voor jezelf een stap is die je nog moet maken. Pas daarna, als die ‘jarenstapel’ groter wordt, ontstaat deze ruimte… tenminste, zo was het bij mij… en toen ik met Kerst van die gehandicapte Toontje van 92 een zelf getekend kaartje kreeg met de tekst ‘Bedankt dat je er was!’, kwam er ineens die begeerde ‘knoop in m’n maag en de brok in de keel…!’

Rest mij tot slot u allen een meer dan gelukkig 2019 te wensen…
De tijd zal leren of dit enige zin heeft… Ik denk het niet, maar het past in de traditie dus vandaar. In mijn eigen bewoordingen zou ik kiezen voor: “Ik hoop dat we elkaar in 2019 tegen mogen komen bij het ophangen van de slingers!”


Jeroen Teelen  2018

040521 / 2091

040522 / 2242

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.