70 DE TOEKOMST? (1)… Samenleven met robots?

, ,

DE TOEKOMST met technologie… 

(Als je heel snel alleen even de essenties wilt zien kun je je beperken tot het lezen van de ‘Extrapolatie-kopjes’ en de epiloog…)

Wetend dat inductieve extrapolaties heel gevaarlijk zijn en geen rekening houden met…

Ik ben bezig met het vastleggen van ervaringen uit mijn werkzame leven… Het klinkt misschien een beetje dramatisch, maar zo is het echt niet bedoeld. Wat het extra leuk maakt is dat ik destijds ook alles verzamelde (berichten, artikelen etc.). Ik heb dus plakboeken vol om die beschrijvingen te staven.
De hele opkomst van de computers in onze samenleving is vergelijkbaar met die van de stoommachine en ik stond er destijds (vanaf halverwege jaren zeventig) midden in! Het wordt mijn verslag van deze ‘Trendbreuk’, gebaseerd op mijn persoonlijke ervaringen uit die tijd in mijn dagelijkse werk. Het is nog lang niet af, maar… één klein elementje uit die tijd, leent zich, gezien de recente ontwikkelingen op het gebied van AI (Artificial Intelligence) misschien wel voor een blogje, dus vandaar…

Ik heb in die jaren mijn tijd besteed aan het geven van cursussen, lezingen, adviezen omtrent de rol die de computer kon gaan spelen in onze maatschappij, het was m’n dagelijkse werk. Zowel op televisie voor het brede publiek als in opdracht van het min. van EZ voor ondernemers, maar ook als sparringpartner voor grote bedrijven die nadachten over de kansen en bedreigingen. We zijn inmiddels ruim veertig jaren verder en ik doe nu heel andere dingen, maar de belangstelling voor natuurkunde en technologie is natuurlijk gebleven. Nog steeds volg ik de ontwikkelingen en zie ik ook parallellen met dingen van vroeger… Eén van mijn grootste fascinaties is altijd geweest om na te denken over hoe ‘onze’ toekomst er hierdoor uit zal/kan gaan zien. Hoe zou de wereld er over vijftig jaren uit kunnen zien, als we die tenminste niet voor die tijd al verknald hebben? In de wetenschap dat extrapolaties heel gevaarlijk zijn en geen rekening houden met… heb ik op een paar terreinen wat ontwikkelingen gezien die wellicht aandacht verdienen ter overdenking.

Ik beperk me tot extrapolaties van technologische ontwikkelingen waarvan ik onderdeel was of die ik beroepshalve enigszins kan overzien. Ik licht successievelijk (ogenschijnlijk willekeurig) eerst even een paar elementen toe waar ik ooit een focus op heb gelegd…

1 Human Interface:
Een Human Interface beschrijft de link tussen gebruiker en toepassing. Hoe presenteert een stuk techniek zich aan de gebruiker… Kan die er direct mee overweg op een intuïtieve manier of moet ie eerst een cursus doen om de nukken van de techniek te leren kennen. Bouwers van apps weten hoe het moet. De consument downloadt een app en weet meestal onmiddellijk wat er mee kan en hoe ie bediend moet worden. Dát is wat we noemen een goede Human Interface. Trouwens, als de app-bouwers dat niet zouden doen, zou de app ook zo weer gewist worden want de aandacht-spanne van de gebruiker is heel kort. Het is voor de makers dus pure noodzaak om er veel aandacht aan te schenken.

Een ‘goede human interface’ was in de jaren tachtig echter nog geen onderwerp van gesprek bij de ontwikkeling van nieuwe producten. De aandacht bij de makers lag toen op het functionele. ‘Het moet zo veel mogelijk kunnen’ en ‘een dikke handleiding of cursus wijst de weg’. Het inzicht dat gebruiksgemak veel belangrijker is dan alles kunnen, was nog niet doorgedrongen tot producenten-organisaties. Puur het gevolg van techniek-gedreven ontwikkeling in plaats van consument-gerichte ontwikkeling. Bij producten die we binnen mijn eigen bedrijf ontwikkelden was het altijd al wel een groot aandachtspunt en we hebben daarmee menig concurrent kunnen bedwingen. Ik weet nog dat ik daar ook een keer een brief over heb geschreven aan de directie van Philips toen ik, na aankoop van een videorecorder moest constateren dat je, zelfs als techneut, bijna een cursus moest gaan doen om dat ding te kunnen bedienen. U zult er niet vreemd van opkijken dat ik daar niet eens een reactie op heb gehad. Daar zit ook gelijk het fundament van het probleem; de arrogantie van de grote partijen en de monopolisten. Bekijk hun websites en je weet genoeg. De app-maker ziet de noodzaak en de ‘Philipsen’ van onze productmakers worden straks ingehaald door partijen die misschien zelfs een minder goed product maken, maar met een betere Human Interface tóch een veel grotere klanttevredenheid zullen oogsten. We gaan het zien, maar de arrogantie van de grote partijen is niet zo gemakkelijk om te buigen want het vergt een geheel andere manier van denken, ontwerpen en belangen afwegen! Om over de Monopolisten nog maar te zwijgen… Want ach, makkelijker kunnen ze het ook al niet maken… 😅

Extrapolatie: De verwachting dat deze ‘Human Interfaces’ verder zullen perfectioneren en zelfs de nodige ‘intelligentie’ zullen gaan vertonen, is niet te ver gezocht. We zijn er al meer gevoelig voor en het zal alleen maar verder verbeteren want de behoefte blijft groeien.

2 Sensoren en Actuatoren:
oftewel dingen die zaken ‘meten en beïnvloeden’. Sinds de jaren tachtig is er veel veranderd. Een elektronische weegschaal kostte in de jaren zeventig nog kapitalen want zo’n kracht-sensor kostte nog kapitalen. Pas in de jaren tachtig werd het bijvoorbeeld een betaalbaar alternatief voor de professionele mechanische weegschalen. Tegenwoordig kopen we voor enkele Euro’s een redelijk nauwkeurige weegschaal. Samengevat: Sensoren op vele gebieden (gewicht, druk, etc.) met de bijbehorende electronica zijn vele malen beter geworden en de kosten bedragen een fractie van toen.

Een tweede insteek is dat we ook een veel grotere diversiteit aan sensoren zijn gaan ontwikkelen. Denk aan het meten van een (electro)-magnetisch veld, de CO2 in de lucht of andere schadelijke gassen, infrarood, radioactiviteit etc.. Die twee dingen tezamen maken dat we tegen minimale kosten en veel gedetailleerder, alles wat we maar willen, in de gaten kunnen houden. Een soortgelijk verhaal geldt voor de actuatoren. Op de manier waarop we zaken meten, kunnen we meestal ook de zaken beïnvloeden. Dit betekent dat er veel meer producten zullen komen die niet alleen dingen kunnen doen die wij zelf aangeven, maar ook zelfstandig kunnen handelen als ‘intelligent’ gevolg van eigen metingen.

Extrapolatie: We hebben sensoren en actuatoren, voor van alles en nog wat, met bijbehorende electronica op chip-niveau qua grootte en prijs.

3 Het internet:
De kwaliteit van ons internet wordt nog belangrijker dan de kwaliteit van ons energienet. In haar fundament is energie er in overvloed (E=MC²) en moeten we ‘alleen leren’ om die technologie te ontwikkelen/gebruiken die ons milieu niet schaadt. Klinkt simpeler dan het is maar ik verwacht dat op de heel lange termijn een lokale bron mogelijk wordt. Energie uit een doos dus. De beschikking over een energie-netwerk is eigenlijk geen fundamentele behoefte We willen wél energie, maar het mag ook zónder netwerk.

Het Internet, of hoe het dan ook maar heten mag, is een ander verhaal. Dát heeft juist als doel om te verbinden en zal daarom dus juist wél in de vorm van een netwerk moeten zijn. Kabel, glas, ‘draad’loos of anderszins, dat wordt bepaald door de technologie van het moment, maar juist het ‘kunnen verbinden met’ is essentieel. De behoefte aan die verbindingen, niet alleen met web-sites of chat-functies, maar ook met de beheersing van onze eigen persoonlijke invloedszones (denk maar even aan de domotica van nu) als opstapje, maar je mag ook gelijk je medicatie invullen en allerlei andere terreinen bedenken. Het begon met het oude telefoonnet, toen datanet, glasvezelnet en straks….? Tja wat komt er na de glasvezel? Vooropgesteld dat de lichtsnelheid de maximale fysieke transportsnelheid is en de glasvezel nog lang niet aan haar capaciteit zit gaat die nog wel een paar decennia mee verwacht ik. Wat er daarna komt laat zich misschien wel raden… Het enige dat sneller werkt is ‘verstrengelde bits’. Uitleg: Ik verander hier een bitje en zónder dat er een draadje ligt, verandert z’n broertje 1000 of 10000000 km verderop op hetzelfde moment! Het heet Quantum Internet, we weten nog niet precies waaróm het werkt (tenminste ik niet) maar wel dát het werkt. Er zal ongetwijfeld ook een ‘back-up’ infrastructuur van andere orde blijven, al was het maar om de kwetsbaarheid te verkleinen en daar zou ons oude glasvezelnet dat nu nog niet op een fractie van haar uiteindelijke capaciteit zit, wellicht een goede kandidaat zijn.

Extrapolatie: In de toekomst alleen maar groei in snelheid en capaciteit waar het gaat over communicatie, all over the Universe!

4 De KwantumComputer:
Onderzoek doen en data verzamelen zijn zeer arbeidsintensieve en vooral tijdrovende zaken. Als we dankzij breed beschikbare sensor-data (2) die via een ‘net’ toegankelijk is (3) die data ad hoc kunnen verzamelen is dat dus al een heel grote stap. De volgende stap, de analyse van die data en op basis daarvan uitspraken doen (en wellicht zelfs automatisch vervolgonderzoek starten) is eveneens een aanslag op computertijd en mensenarbeid. Dáár zou de quantumcomputer een grote hulp zijn. Het herkennen van patronen en verbanden waar gewone computers anders vele jaren over zouden moeten rekenen, wordt ineens een fluitje van een cent, want dat is nu juist zijn sterkste kant.

Extrapolatie: Brede inzetbaarheid van quantumcomputers bij ‘kamertemperatuur’ (nu nog bij -270 graden Celsius) over 25 jr?

5 Software ontwikkeling:
Eigenlijk moeten we hier misschien niet eens meer spreken over ‘software’ die ‘hardware’ bestuurt. Dat stamt uit ons oude computerverleden… Maar om toch even in die termen te blijven denken:

Extrapolatie: Software ontwikkeling wordt straks niet meer gedaan door mensen, maar de software ontwerpt z’n eigen nieuwe software-opvolgers en zelfs een goede human interface wordt door de software zelf ontwikkeld als die nodig mocht zijn. Dat laatste zeg ik met opzet, want er zal ook geautomatiseerd software worden ontwikkeld die niet voor mens-interactie bedoeld is maar voor communicatie met andere systemen en dan gelden natuurlijk heel andere regels. Denk aan: zo eenduidig, efficiënt, effectief mogelijk zonder menselijke poes-pas als taal (semantiek) en dergelijke. Ik denk dat niet alleen softwareontwikkeling niet meer door mensen wordt gedaan, maar dat heel veel ontwikkelingen zonder directe menselijke invloed zullen worden gedaan, ontwikkeling van betere producten met bredere toepasbaarheid etc.. Zo zou je eigenlijk het ontwerpen van nieuwe ‘systemen’ willen noemen waarbij intelligente machines zelf de keuzes maken voor hardware of software (wat bak ik in een doosje en wat houd ik flexibel en kan ik dus programmeren/variëren?

6 (AI) Artificial Intelligence:
Kunstmatige intelligentie neemt een vlucht. Al in de jaren zeventig heb ik er kennis mee gemaakt op de UT, maar het heeft inmiddels een aardig niveau bereikt. De Turingtest (de gebruiker kan niet aantonen dat ie met een computer communiceert i.p.v. een mens) is straks helemaal geen issue meer. Alle communicatie met de computer verloopt op intelligente wijze en ook vermeende nuances en empathie worden herkend. Kortom, de computer wordt een autonome en waardige ‘gesprekspartner’ voor vrijwel alle kennisdomeinen. Helemaal ongrijpbaar wordt het perspectief als je bedenkt dat AI (dus de computer) nu al gebruik maakt van menselijke hersencellen (opgekweekt in een petrischaaltje) om wiskundige vergelijkingen op te lossen… Het wordt dan toch wel echt heel moeilijk om je geen zorgen te gaan maken om ons eigen toekomstperspectief!

Extrapolatie: De AI zal niet alleen menselijke intelligentie ontwikkelen maar ook een eigen (computer) intelligentie. Ze zal dus ook zélf leren van interpretaties van zélf verzamelde gegevens en ervaringen. Kennis-ontwikkeling dus waar wij als mens geen deel van uitmaken. Daarmee kunnen ze dus ook ‘stiekem’ slimmer worden dan wij. De verwachting bij veel wetenschappers is ook dat ze zelfbewust worden, een ‘ziel’ ontwikkelen en goed en kwaad zullen kennen. Dat is geen verwachting zonder fundament want wij zijn niet in staat de oorsprong van bewustzijn te definiëren. De wetenschap komt nu nog niet veel verder dan dat deze waarden vanzelf ontstaan als er sprake is van ‘voldoende neurale capaciteit’ en dat laatste zal zéker gebeuren. Dus, de tijd gaat het ons wel leren.

7 Robotisering neemt een volgende stap…:
Stel je voor dat we al het voorgaande (dus punt 1 t/m 6) in een ‘systeem’ stoppen en het ook nog voorzien van mobiliteit…

Extrapolatie: Robots die van alles kunnen meten (dus veel meer en betere zintuigen hebben dan de mens), resultaten onmiddellijk kunnen doorgeven, direct patronen en verbanden kunnen leggen, kunnen ingrijpen (actuatoren zoals onze spraak en handen en voeten)…. Nee inderdaad, je moet er misschien niet aan denken, maar ik verwacht dat we geen vijftg jaren hoeven te wachten om al dit voorgaande mee te maken. 

Epiloog:
Wat blijft er voor ons over? Geen idee! Misschien kunnen we ons een plek permitteren dankzij onze creativiteit, biologische uniciteit of iets dergelijks? Wellicht groeien wij als hybride soort mee met onze vindingen en maken wij dus deel uit van hun wereld.  Een andere simpele overweging is dat wij mensen altijd proberen ons het leven zo aangenaam mogelijk te maken. Hoe erg is het dan als zaken ons uit handen worden genomen? Misschien moeten we de filosofen vragen wat er dan nog wel voor ons over blijft… 

Jeroen Teelen
2 maart 2023

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.