70 DE TOEKOMST? (1)… Samenleven met robots?
Ik ben bezig met het vastleggen van mijn ervaringen uit mijn werkzame leven, en hoewel het misschien dramatisch klinkt, stond ik wel midden in die technologische ontwikkeling. Het nadenken over techniek en de impact ervan op onze samenleving vond ik geweldig, en wat het extra leuk maakt, is dat ik destijds alles verzamelde (berichten, artikelen, enzovoort). Dat houdt een hele geschiedenis levend!
De impact van de opkomst van computers in onze samenleving is vergelijkbaar met die van de stoommachine. Dit verslag documenteert deze ‘trendbreuk’ op basis van mijn persoonlijke ervaringen uit die tijd in mijn dagelijkse werk. Hoewel het nog lang niet af is, zie ik dat een van de ontwikkelingen die dankzij deze technologische vooruitgang nu een grote vlucht neemt, de robot is.
Binnenkort zullen robots een cruciaal onderdeel van onze samenleving vormen. Sterker nog, ik geloof dat we zonder robots de kwaliteit van onze samenleving niet in stand zullen kunnen houden.
Wanneer je aan robots denkt, stel je je waarschijnlijk al wel intelligente, wandelende apparaten voor die allerlei taken voor je uitvoeren. Ze zijn een samensmelting van voortgeschreden ‘oude’ technologie en kunstmatige intelligentie (AI). Dit zette me aan het denken: “Misschien is dit onderwerp wel een blogje waard voor de liefhebbers.”
Een toekomst met (nog veel meer) technologie…
Het nadenken over robots begon al in de Griekse oudheid (Hero van Alexandrië creëerde bijvoorbeeld apparaten die met stoom werkten), maar de eerste echte industriële robots verschenen in de jaren zestig van de vorige eeuw. Dit waren eenvoudige machines die vaste, repetitieve taken uitvoerden. Maar in de afgelopen decennia hebben robots een enorme evolutie doorgemaakt, van simpele machines tot intelligente systemen die steeds meer op mensen beginnen te lijken. Tegenwoordig zijn robots actief in diverse sectoren, van productie en logistiek tot gezondheidszorg en huishoudelijk gebruik. Deze machines zijn niet alleen krachtiger en veelzijdiger geworden, maar ook steeds meer geïntegreerd in ons dagelijks leven. Dit ‘inkijkje in lekentaal’ in de huidige wereld van robots laat zien hoe ver we zijn gekomen en wat we kunnen verwachten van deze fascinerende technologieën die de toekomst vormgeven.
Schrik niet! In deze blog gaan we eerst even terug naar de simpelere technologische ontwikkelingen waarvan ik onderdeel was en die ik beroepshalve redelijk kan overzien. Ik licht successievelijk (ogenschijnlijk willekeurig) eerst een paar elementen toe waarop ik ooit een focus heb gelegd.
Even wat ontwikkelingen:
- Human Interface:
Een Human Interface beschrijft de link tussen gebruiker en toepassing. Hoe presenteert een stuk techniek zich aan de gebruiker? Kan die er intuïtief mee overweg, of moet hij/zij eerst een cursus volgen om de werking te begrijpen? Bouwers van apps weten hoe het moet: de consument downloadt een app en weet meestal onmiddellijk wat ermee kan en hoe deze bediend moet worden. Dat is wat we een goede Human Interface noemen. Als app-bouwers dit niet goed doen, wordt de app snel gewist vanwege de korte aandachtsspanne van de gebruiker. Het is dus cruciaal om hier veel aandacht aan te besteden.In de jaren tachtig was een ‘goede Human Interface’ echter nog geen onderwerp van gesprek bij de ontwikkeling van nieuwe producten. De focus lag op functionaliteit: ‘Het moet zoveel mogelijk kunnen,’ en een uitgebreide handleiding of cursus was vanzelfsprekend. Het inzicht dat gebruiksgemak veel belangrijker is dan uitgebreide functionaliteit, was nog niet doorgedrongen tot producenten. Ik herinner me nog dat ik Philips een brief stuurde over de onhandige bediening van een videorecorder, zelfs voor een ingenieur. Geen reactie gekregen. Dit illustreert de arrogantie van grote bedrijven en monopolisten. De app-makers begrijpen de noodzaak wel, terwijl de ‘Philipsen’ van deze wereld wellicht ingehaald worden door partijen die misschien een minder goed product maken, maar met een betere Human Interface toch meer klanttevredenheid behalen. De verandering van denken en ontwerpen in grote bedrijven is echter vaak moeizaam.
Extrapolatie: De verwachting is dat Human Interfaces verder zullen perfectioneren en zelfs ‘intelligentie’ zullen vertonen. De behoefte blijft groeien door de korter wordende levenscyclus van producten. - Sensoren en Actuatoren:
Sensoren meten zaken (bijv. een thermometer), en actuatoren beïnvloeden zaken (bijv. een verwarmingselement). In de jaren zeventig kostte een elektronische weegschaal nog veel geld omdat krachtsensoren duur waren. Tegenwoordig kopen we voor een paar euro een redelijk nauwkeurige weegschaal. Sensoren zijn op vele gebieden (gewicht, druk, etc.) veel beter geworden en veel goedkoper.We hebben nu ook een grotere diversiteit aan sensoren ontwikkeld, zoals die voor het meten van elektromagnetische velden, CO2, schadelijke gassen, infrarood en radioactiviteit. Dit stelt ons in staat om gedetailleerde metingen tegen lage kosten uit te voeren. Actuatoren hebben een soortgelijk verhaal: we kunnen nu veel meer en beter beïnvloeden wat we willen, en producten zullen steeds autonomer kunnen handelen op basis van eigen metingen.
Extrapolatie: We hebben sensoren en actuatoren voor van alles en nog wat, met bijbehorende elektronica op chipniveau qua grootte en prijs. - Het internet:
De kwaliteit van ons internet wordt belangrijker dan de kwaliteit van bijvoorbeeld ons energienet. In haar fundament is energie er in overvloed, en moeten we ‘alleen leren’ om die technologie te ontwikkelen en te gebruiken die ons milieu niet schaadt. Klinkt simpeler dan het is, maar ik verwacht dat op de lange termijn een lokale energiebron mogelijk wordt. Energie uit een (zelfs draagbaar) ‘doosje’ dus. De beschikking over een energienetwerk is eigenlijk ook geen fundamentele behoefte. We willen wél energie, maar het mag, zodra dat mogelijk is, zelfs graag zonder zo’n netwerk (geen infrastructurele kosten, onderhoud, storingen). Het internet, of hoe het tegen die tijd ook maar heten mag, is een ander verhaal. Dat heeft juist als doel om te verbinden en zal daarom dus juist wél in de vorm van een netwerk moeten zijn. Kabel, glas, draadloos of anderszins, dat wordt bepaald door de technologie van het moment, maar juist het ‘kunnen verbinden met’ is essentieel. De behoefte aan die verbindingen met websites of chat-functies, maar ook met de beheersing van onze domotica (de in-huis-automatisering) en medicatie, wordt alleen maar groter. Het begon met het oude telefoonnet, toen datanet, glasvezelnet en straks…? Tja, maar wat komt er na de glasvezel? Vooropgesteld dat de lichtsnelheid de maximale fysieke transportsnelheid is en de glasvezel nog lang niet aan haar capaciteit zit, gaat die nog wel een paar decennia mee, verwacht ik. Wat er daarna komt, laat zich misschien wel raden. Het enige dat sneller werkt, is ‘verstrengelde bits’. Uitleg: Ik verander hier een bitje en zónder dat er een draadje ligt, verandert z’n broertje 1000 of 10.000.000 km verderop op hetzelfde moment! Het heet Quantum Internet. We weten nog niet precies waarom het werkt (zeker ik niet), maar wel dát het werkt, en van snelheid is dan dus ook geen sprake meer want alles gebeurt onmiddellijk.
Er zal ongetwijfeld ook een ‘back-up’ infrastructuur van andere orde blijven, al was het maar om de kwetsbaarheid te verkleinen en daar zou ons huidige glasvezelnet, dat nu nog niet op een fractie van haar uiteindelijke capaciteit zit, wellicht een goede kandidaat voor zijn.
Extrapolatie: In de toekomst alleen maar groei in snelheid en capaciteit waar het gaat over communicatie, all over the Universe! - De Kwantumcomputer:
Onderzoek doen en data verzamelen zijn arbeidsintensief en tijdrovend. Dankzij breed beschikbare sensordata kunnen we al veel data verzamelen. De volgende stap, het analyseren van deze data en het doen van uitspraken (en mogelijk automatisch vervolgonderzoek starten), vereist veel computertijd en mensenarbeid. De quantumcomputer kan hierbij een grote hulp zijn. Het herkennen van patronen en verbanden die gewone computers jaren zouden kosten, wordt veel sneller mogelijk.
Extrapolatie: Brede inzetbaarheid van quantumcomputers bij ‘kamertemperatuur’ (nu nog bij -270 graden Celsius) over 25 jaar? - Softwareontwikkeling:
Eigenlijk moeten we hier misschien niet eens meer spreken over ‘software’ die ‘hardware’ bestuurt. Dat stamt uit ons oude computerverleden. Maar om toch even in die termen te blijven denken:
Extrapolatie: Softwareontwikkeling wordt straks niet meer door mensen gedaan, maar de software ontwerpt z’n eigen opvolgers en zelfs een goede Human Interface wordt door de software zelf ontwikkeld als die nodig mocht zijn. Dat laatste zeg ik met opzet, want er zal ook geautomatiseerd software worden ontwikkeld die niet voor mensinteractie bedoeld is, maar voor communicatie met andere systemen. Dan gelden natuurlijk heel andere regels. Denk aan: zo eenduidig, efficiënt en effectief mogelijk zonder menselijke poespas zoals taal (semantiek) en dergelijke. Ik denk dat niet alleen softwareontwikkeling niet meer door mensen wordt gedaan, maar dat heel veel ontwikkelingen zonder directe menselijke invloed zullen plaatsvinden. Denk aan de ontwikkeling van betere producten met bredere toepasbaarheid, enzovoort. Je zou het ontwerpen van nieuwe ‘systemen’ willen noemen waarbij intelligente machines zelf de keuzes maken voor hardware of software: wat bak ik in een doosje en wat houd ik flexibel en kan ik dus programmeren en variëren? - (AI) Artificial Intelligence:
Kunstmatige intelligentie neemt een vlucht. Al in de jaren zeventig heb ik er kennis mee gemaakt op de UT, maar het heeft inmiddels een aardig niveau bereikt. De Turingtest (de gebruiker kan niet aantonen dat ie met een computer communiceert i.p.v. een mens) is straks helemaal geen issue meer. Alle communicatie met de computer verloopt op intelligente wijze en ook vermeende nuances en empathie worden herkend. Kortom, de computer wordt een autonome en waardige ‘gesprekspartner’ voor vrijwel alle kennisdomeinen. Helemaal ongrijpbaar wordt het perspectief als je bedenkt dat AI (dus de computer) nu al gebruik maakt van menselijke hersencellen (opgekweekt in een petrischaaltje) om wiskundige vergelijkingen op te lossen **70.2**… Het wordt dan toch wel echt heel moeilijk om je geen zorgen te gaan maken om ons eigen toekomstperspectief! Robots zullen, naast hun communicatieve vaardigheden naar de mens, naar verwachting ook een eigen onderlinge (nog efficiëntere) vorm van communicatie ontwikkelen.Extrapolatie: De AI zal niet alleen menselijke intelligentie ontwikkelen maar ook een eigen (computer) intelligentie. Ze zal dus ook zélf leren van interpretaties van zélf verzamelde gegevens en ervaringen. Kennis-ontwikkeling dus waar wij als mens geen deel van uitmaken. Daarmee kunnen ze dus ook ‘stiekem’ slimmer worden dan wij. De verwachting bij veel wetenschappers is ook dat ze zelfbewust worden, een ‘ziel’ ontwikkelen en goed en kwaad zullen kennen. Dat is geen verwachting zonder fundament want wij zijn niet in staat de oorsprong van bewustzijn te definiëren. De wetenschap komt nu nog niet veel verder dan dat deze waarden vanzelf ontstaan als er sprake is van ‘voldoende neurale capaciteit’ en dat laatste zal zéker gebeuren. Dus, de tijd gaat het ons wel leren. - Robotisering neemt een volgende stap…:
Stel je voor dat we al het voorgaande (dus punt 1 t/m 6) in een ‘systeem’ stoppen en het ook nog voorzien van mobiliteit…
Extrapolatie: Robots die van alles kunnen meten (sensoren veel meer en veel betere zintuigen vormen dan die van de mens), resultaten onmiddellijk kunnen doorgeven, direct patronen en verbanden kunnen leggen, kunnen ingrijpen (actuatoren zoals onze spraak en handen en voeten)…. Nee inderdaad, je moet er misschien niet aan denken, maar ik verwacht dat we geen vijftg jaren hoeven te wachten om al dit voorgaande mee te maken. - Epiloog: Wat blijft er voor ons over? Geen idee! Misschien kunnen we ons een plek permitteren dankzij onze creativiteit, biologische uniciteit of iets dergelijks? Wellicht groeien wij als hybride soort mee met onze vindingen en maken wij dus deel uit van hun wereld. Een andere simpele overweging is dat wij mensen altijd proberen ons het leven zo aangenaam mogelijk te maken. Hoe erg is het dan als zaken ons uit handen worden genomen? Misschien moeten we de filosofen vragen wat er dan nog wel voor ons over blijft…
Jeroen Teelen
2 maart 2023
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!