77 De invloed van religie op de maatschappij: een verkenning (deel 2/4 Religie, Ratio, Maatschappelijke Pijnpunten)

, ,

Deel 1: Bewustwording en Relativering
Deel 2: Religie, Ratio, Maatschappelijke Pijnpunten
Deel 3: Acceptatie en Discussie
Deel 4: Mijn persoonlijke conclusies (voor wat ze waard zijn natuurlijk)

De invloed van religie op de maatschappij Deel 2:

Religie en Wetenschap, Maatschappelijke Pijnpunten

 

Inleiding:
Religiositeit is in Nederland lager (en in de USA bijvoorbeeld juist veel hoger) dan in de meeste andere westerse landen en over het algemeen hebben we hier te maken met gematigde religieuze groeperingen. De meeste mensen huldigen het standpunt: “Ik bemoei me niet met de religieuze overtuiging van een ander, zolang ik er geen last van heb.” De discussies over de maatschappelijke invloed zullen echter toenemen door nieuwe media, migratie en de groei van de bevolkingsdichtheid. Het is wenselijk om tijdig te bezien of daar potentiële dreigingen (Richard Dawkins) van uit gaan (inbreuk op; sociale cohesie, tolerantie en vrijheid van meningsuiting) en hoe daar tijdig op te anticiperen.

Bij de uitingen van een religie naar buiten, is het van belang even een spiegel te pakken en een eerlijke, objectieve afweging te maken omtrent de rol die daarbij dan het best past… Moet dat een bescheiden, of juist een dominante rol zijn binnen die samenleving? Oftewel, moet religie daarin een ‘grote broek” of  juist “geen grote broek” aantrekken om het maar eens plastisch uit te drukken…? De conclusie uit blog 76 is duidelijk, dat het laatste het meest gepast zou zijn.

Bijzonder is echter dat vrijwel álle religieuze groeperingen een behoorlijk grote broek aantrekken vanuit de overtuiging dat alleen zij, de echte waarheid verkondigen en dus leading moeten zijn in maatschappelijke afwegingen (abortus, onderwijs, etc etc.). Dat was zo in het verre verleden maar dat is vooral met de komst van de Islam opnieuw en uitdrukkelijker aan de orde. “Wij kennen de waarheid en de rest van de wereld ziet het fout!” is dus de overtuiging. Hieruit kunnen we in ieder geval concluderen dat de bewustwording (blog 76) niét heeft plaatsgevonden. Dit betekent dat de vermeende wrijving die anderen hierdoor ondervinden dus aan de orde is en ik heb ze voor het gemak ‘pijnpunten’ genoemd.

Het is de bedoeling van deze blog om naar alle betrokkenen toe binnen onze samenleving, de redelijkheid van het mogelijke bezwaar van andersdenkenden, inzichtelijk te maken.
Je hoeft het er niet mee eens te zijn, maar je moet het wel willen begrijpen. Het kán niet zo zijn dat elke discussie bijvoorbeeld gepareerd kan worden met een opmerking als “omdat ik dat geloof” van de gelovige, of met de opmerking “maar God bestaat niet” door de Atheïst. Er moéten momenten komen waarop zelfs een Theïst en Atheïst zich afvragen of hun claim op de ander én op de samenleving wel terecht is of niet.

Dit is een moeizame weg voor beiden want het betekent ‘openstaan voor de mening van anderen’ en die geestelijke ruimte heeft niet iedereen of kan zich dat misschien (sociaal) niet permitteren. Maar juist dán is het wel belangrijk dat je je hiervan in ieder geval bewúst bent. Dat is de eerste stap voor het verruimen van het blikveld. Steeds meer mensen met een diversiteit aan achtergronden dichter op elkaar pakken gaat anders ongetwijfeld voor problemen zorgen.

Maar, terug naar de bewustwording. Soms weet de ene partij van de andere niet eens wat er als storend wordt ervaren en wat niet. Het kan ook heel goed zijn dat mensen, of hele groepen, niet op de hoogte zijn van bepaalde inzichten en dus kennis missen omdat hen nooit anders is geleerd. Je zou je ook kunnen afvragen in hoeverre mensen met hun overtuigingen het recht hebben om andersdenkenden bijvoorbeeld te provoceren. Het bord “Vloeken is aangeleerd” getuigt slechts van weinig relativeringskracht, want religie is evenzo aangeleerd, getuige de religieuze afhankelijkheid van de geboorteplek. Maar geloofsuitingen als de spreuk “Jezus leeft” in het weiland langs de openbare weg is een beledigende houding naar Atheïsten of andere geloofsgemeenschappen. Het een daagt het ander uit… Van wederzijds begrip is geen sprake en daarmee zijn beide groeperingen maatschappelijke stoorzenders… Het zou een ware opluchting zijn als ‘wijze’ leiders binnen dergelijke groeperingen zich ontfermen over de minder getalenteerde volgelingen, maar tot op heden…
Ik doe tóch een poging…

Er zijn eigenlijk drie punten die altijd aan bod komen in discussies die ik elk even wil toelichten:
1 Religie en Wetenschap
2 Groeperingen die elkaar de maat nemen
3 Maatschappelijke ‘pijnpunten’ die men van elkaar ervaart.

  1. Religie en Wetenschap
    Religie (spiritualiteit) en Wetenschap (ratio) zijn twee dimensies die elkaar niet zomaar begrijpen. Ze acteren elk vanuit een ander denkmodel volgens Theoloog Dick Wursten. Dat Ratio en Religie elk hun waarde kunnen hebben maar stoelen op een geheel afwijkend fundament is op zich niet vreemd natuurlijk want intelligente mensen aan beide zijden bevechten hun gelijk en zij hebben daar vast hun redenen voor. Er zijn naar mijn mening twee fundamentele ‘steentjes in de schoen’ die veel pijn en discussie veroorzaken met deze pleister als remedie:

    1. Zolang religie zich niet mengt in zaken die de wetenschap toebehoren (aannemelijke en/of feitelijk beredeneerbare fenomenen, observaties, experimenten, betrouwbaarheid van wetenschap en dergelijke) en andersom, wetenschap geen uitspraken doet die haar eigen competenties te buiten gaan (zingeving, geloof, spirituele overtuigingen, bovenmenselijke zaken zoals beweren dat God niet bestaat en Religie onzin is terwijl er geen bewijs kán volgen), hoeft er volgens mij ook geen probleem te zijn en kunnen ze naast elkaar bestaan. Beide dienen open te staan voor hun eigen onwetendheid én wederzijds fundament (want dat is heel verschillend)!
    2. Dogmatiek oftewel, dingen zéker menen te weten, is in beide domeinen niet gerechtvaardigd en dus niet verstandig.
      Wetenschap weet niets zeker! Tóch is ze het meest betrouwbare rationele houvast dat we kennen. Ze heeft als doel haar inzichten steeds verder te verfijnen door nieuwe waarnemingen en modellen/theorieën, maar weet eigenlijk, door haar fundament, nooit iets helemáál zeker. Dát zou namelijk het einde van die wetenschap betekenen. Dit verdient wellicht enige toelichting: Soms wordt een hele mooie theorie ineens verworpen door een nieuw inzicht (de klassieke mechanica van Newton werd vervangen door de algemene relativiteitstheorie van Einstein en de Quantum-Mechanica). Haar fundament is dus voortschrijdend inzicht. Wetenschap kent geen dogma’s, behoudens Axioma’s in de wiskunde (het enige vakgebied dat wél zekerheden kent omdat het gebaseerd is op definities).
      Veel grote religies zijn juist wél gebaseerd op ‘zekerheden’.
      Christendom en Islam zijn bijvoorbeeld juist gebaseerd op dogma’s (=leerstellingen die als onbetwistbaar worden beschouwd) en dus juist niét op voortschrijdend inzicht. Voortschrijdend inzicht staat haaks op dogmatiek waardoor er een fundamenteel probleem ontstaat als die twee op elkaars terrein verschijnen. Nieuwe wetenschappelijke inzichten worden dan hooguit getolereerd zolang die dogma’s geen geweld wordt aangedaan, maar zelfs daar is bijvoorbeeld de orthodox gelovige niet toe bereid. De onenigheid die hieruit kan ontstaan moet een podium krijgen voor discussie en niet als ‘wederzijds respect’ onder het vloerkleed worden verzwegen. Elkaar de maat nemen is slechts gerechtvaardigd als partijen, elk op eigen terrein, strijdige uitspraken doen! Dit podium moet partijen een breder inzicht brengen als basis voor wederzijds begrip.
  2. Groeperingen die elkaar de maat nemen
    Even los van het ‘gelijk’ zie ik eigenlijk vier partijen die de discussies veroorzaken: Theïsten, Atheïsten, Dwalers en Agnosten.  Je kunt er meerdere benoemen, b.v. Deïsme, spiritualisme, maar de discussies in Nederland worden hier niet veel anders van.

    1. Kenmerken van de overtuigd Theïst:
      1. Claimt op voorhand het gelijk op basis van Bijbel, Koran, Thora, Tripitaka e.d., lokale voorganger of anderszins. Het geschreven woord wordt (soms letterlijk) als waarheid beschouwd ook al is de oorsprong niet onbesproken en zijn er vele historische aanpassingen geweest en vele interpretaties mogelijk (zie blog 76 voor de relativering van deze claim).
      2. Claimt (nog steeds) ‘kennis’ vanuit deze geschriften buiten haar eigen competenties, zelfs wanneer wetenschappelijk is aangetoond dat dit onterecht is. Hier een voorbeeld van de redenering uit een zogenaamde ‘Bijbelstudie’ (met mijn commentaar).  Die Bijbelstudies zitten vol met dit soort content. Zij doen hun best om te bewijzen dat wetenschap gewantrouwd moet worden, gefundeerd door ondeugdelijke redeneringen maar onder een schijnbaar wetenschappelijke vlag (maar ze hebben blijkbaar geen idee wat wetenschap inhoudt).
      3. Ontkent zeer breed gedragen wetenschappelijke bevindingen zoals leeftijd van de aarde, evolutie (zelfs veel jongeren) en gebruikt een twijfelende  wetenschapper als bewijs voor het tegenovergestelde (je hebt altijd en overal uitzonderingen, dus ook bij wetenschappers, maar daarmee lever je nog geen bewijs!). 
      4. Hard Bewijs voor hun eigen overtuiging ontbreekt, maar zij achten dat dus ook niet nodig want. zij accepteren geen wetenschappelijke kennisbron als die strijdig is met de eigen overtuiging.
      5. Maakt ondanks het voorgaande trouwens wel gewoon gebruik van de middelen die dankzij wetenschap beschikbaar zijn gekomen.
      6. Maakt ook de eigen omgeving ‘slachtoffer’ van zijn/haar overtuiging. Zelfs de kinderen wordt verboden bepaalde wetenschappelijke kennis tot zich te nemen.
      7. De extreme theïst bewondert vaak populisten als Kent Hovind (USA) of, korter bij huis, voortrekkers als Wim Eijk (autoritair dogmaticus die niet goed weet hoe zijn omgeving denkt) en beweert ‘de waarheid‘ te hoeden (wie kent de waarheid?), Henk van ZonWithout Limits’ (weet alles beter op basis van de Bijbel), David Maasbach (denkt zelfs dat ie een Goddelijke spreekbuis is), of Rini van Reenen (vindt Corona een straf van God, vindt Homo’s zielig en wil ze genezen van die ‘ziekte’). Dit soort mensen houdt één grote echoput vol non-ratio in stand. Grote ego’s met een tunnelvisie die met verve proberen hun rol te rechtvaardigen binnen een lokale, meestal geïsoleerde, gemeenschap. Een foute opmerking of gedachte wordt altijd goedgepraat met een passage uit de bijbel. Het zijn geen leiders, maar papegaaien! Of ze écht de waarheid spreken of verstandige dingen zeggen is voor hen niet interessant, zolang ze zich maar achter ‘de schrift’ kunnen verschuilen. “Ik volg ‘de regels’ en kan het dus nooit fout doen!” Al het goede komt van God en al het slechte zit in de mens… Een gedachte die je moeilijk bestrijdt omdat ze sterke sociale ankers kent, zeker als ze regeren in gesloten gemeenschappen. Zij vieren bij elke kritiek toch hun eigen gelijk met een bijbelpassage en aan het eind zeggen ze ook nog dat ze voor je zullen bidden. Los van de overtuigde Theïsten zijn er natuurlijk ook nog de gewone ‘verhalen-verkopers’ die met hun retoriek een slaatje slaan uit de beschadigde of hopeloze mensen in onze gemeenschap. Denk aan puur geldbeluste mensen als Tom van der Wal “Wie ruimhartig geeft zal door God beloond worden”. Miljoenen ‘verdienen’ met broodje aap-verhalen. De Stentor meldde dat hij evenzogoed een autoverkoper had kunnen zijn. Bodemloze retoriek die slechts leidt tot een rijke van der Wal en nóg armere ‘gelovigen’.  Zijn volgers putten hoop uit bodemloze beloftes. Je kunt zeggen: Daar kiezen die mensen zelf voor.” Maar ik vind dat de samenleving hier een proactieve rol moet nemen en die mensen moet beschermen.
    2. Kenmerken van de overtuigd Atheïst:
      1. Ontkent meestal (er zijn varianten) het bestaan van goden (a-theïsme=niet god) op basis van ratio/wetenschap. Filosoof Floris van den Berg schreef er het boek ‘De olijke Atheïst’ over.
      2. De meeste ‘overtuigd A-Theïsten met een wetenschappelijk fundament geven een rationele uitleg aan hun standpunt dat het bestaan van een God niet aannemelijk maakt, maar moeten het harde bewijs dat er géén God bestaat eveneens schuldig blijven.
      3. Maakt van dezelfde tools gebruik om z’n gelijk te halen als de Theïst en doet dat met verve vanuit het verwijt dat de Theïst zich onterecht beroept op de Bijbel.
      4. Vindt de religieuze fundamenten (geschriften en interpretaties) niet meer dan verzamelde verhalen waaraan geen enkele status (Gods woord, heilig o.i.d.) kan worden ontleend omdat daar geen enkele aanleiding toe is. Ze staan tevens vol geweld, zijn vrouwonvriendelijk, strijdig met onze wetgeving en cultuur. Vindt tevens geen ‘practice what you preach’ in de fundamenten en uitingen van religie (liefde, medemenselijkheid e.d.) en acht haar, mede daardoor, zeer ongeloofwaardig. Ze passen ook niet meer bij deze tijd. De Theïst en Spiritualist verwijten deze groep natuurlijk hetzelfde. Zij zien ook personen met een zeer gekleurde (lees: voor hen niet reële) blik op de wereld en zullen deze mensen dus ook als zodanig beschouwen. Hen rest geen respect voor ‘ongelovigen’ maar slechts de uitdaging om ze te bekeren.
    3. Kenmerken van de Dwaler: (Spike PSarris van wetenschap naar religie en Henk Schiffmacher van religie naar wetenschap, of Ayaan Hirsi Ali  van Christen, naar Atheïst en vervolgens weer naar Christen).
      1. De intellectueel dolende benadrukt het nog steeds niet te weten terwijl er echt wel over is nagedacht…
      2. Vindt blijkbaar geen duidelijkheid in een keuze en heeft behoefte om verder te zoeken.
    4. Kenmerken van de Agnost:
      1. Neemt het standpunt in dat we het allemaal niet kúnnen weten of bevestigen (= agnosticisme), zoals natuurkundige Niel deGrasse.
        De Theïst én de A-Theïst verwijten de Agnost vaak dat ie niet durft te kiezen. Dat is begrijpelijk als je weet dat A-Theïtsen er in ‘gradaties’ zijn, net als Theïsten. Er zijn A-Theïsten die God(en) echt ontkennen en er zijn er die God(en) niet aannemelijk vinden. In die laatste visie herken ik me wel, maar ik vind dat je dan toch niet het juiste etiket op je overtuiging hebt geplakt (Agnost= Zonder Kennis en A-Theïst= Zonder God.
        Een wiskundige acht bij het niet helemaal zeker weten, het hoofdetiket “Agnostisch” passend. Voor de filosoof is het associatieve belang (niet-aannemelijk) al voldoende voor een stellingname. Die is dus iets eerder genegen om zich tot het A-Theïsme te ‘bekeren’.

      2. Eist een keihard bewijs voor  het maken van een keuze wel/geen God(en). Als je echt beweert ‘Zonder God(en)’ te zijn en van de Theïst een bewijs eist voor zijn (mét God) bewering, mag hij van jou toch hetzelfde verwachten?
        Elke absolute stellingname is bewijs verschuldigd. De uitgebreide discussies hierover op YouTube vind ik zonde van de tijd want dat zijn woordspelingen of filosofische pogingen om dat harde bewijs te omzeilen. Het zijn dogmatische discussies zonder enig rationeel perspectief. Dat vind ik dus een zwaktebod, want dan zou ook een filosofische bevestiging van Goden geaccepteerd moeten worden. Discussie om niks dus! Uiteindelijk zijn we allemaal Agnosten… We weten het niet. Theïsten en A-Theïsten, dus uitgesproken tegenpolen, zijn beide zónder uitdrukkelijk bewijs. De mensen die hier wél discussies over voeren weten het meestal ook allemaal heel zeker! Zij gaan het gesprek aan om uit te leggen waarom ze gelijk hebben en dat is een kenmerk dat niet bij wetenschap hoort. Het is geen verstandige insteek (Jan Terlouw). De Agnost is in die hele discussie de enige die openlijk onwetendheid aangeeft. Daar heb ik persoonlijk een veel beter gevoel bij want dat ruikt naar een meer wetenschappelijke benadering.
      3. Vindt meestal Atheïsme en Theïsme in die zin dan ook vergelijkbaar. Beide ‘zekerweters’ moeten het onomstotelijke bewijs voor hun gelijk missen.

        Welke insteek je ook aanhangt en hoe fanatiek je daarin ook bent,
        je merkt dat er bij al deze groepen ook slimme en goed willende opponenten zijn met dezelfde levensvragen als jijzelf. Mag je dan tenminste de conclusie trekken dat het niet verstandig is om van de daken te schreeuwen dat alleen jij gelijk hebt en al die anderen dom zijn?
  3. Maatschappelijke ‘pijnpunten’
    Heel kort door de bocht voor de Christenen: Een ‘Jezus’ heeft echt geleefd volgens historisch wetenschappelijk (trendbreuk)onderzoek. Dit betekent echter niet automatisch dat er ook betrouwbare geschriften zijn, een God bestaat en/of dat er een religieus keurslijf moet zijn. Desondanks zijn we gewend om zelfs de religieuze uitersten te moeten ‘respecteren’ (lees: tolereren). Is dit wel houdbaar/verstandig in een dichtbevolkte en migratie-rijke omgeving als Nederland? Situaties waarin het algemeen belang in het geding komt door politieke beslissingen vanuit religieus perspectief (zoals bijvoorbeeld; gendergelijkheid, vrouwenrechten, abortus en inenting), staan de voortgang van een democratische samenleving met de burgerrechten die we kennen, in de weg.

    1. Pijnpunten van religie in het algemeen:
      Voorbeelden van veel voorkomende items.

      1. Kerk en vrede.
        Het zouden bijna synoniemen moeten zijn. De kerk pretendeert altijd te streven naar vrede, maar dan wel een vrede waarin zij zelf de dienst uitmaakt, getuige alle religieuze oorlogen en onderdrukkingen van vroeger en nu! De kerk wordt door derden eerder gezien als een bron van strijd dan als een bron van vrede.
      2. Causale verbanden (rationaliteit in oorzaak en gevolg) worden geweld aangedaan.
        De ratio wordt geweld aangedaan in de benoeming van goden, wonderen en goddelijke toorn voor verdriet en tegenslag. Opmerkingen als:“Dat is Gods wil” of (bijvoorbeeld na het krijgen van een gehandicapt kind) “dat is Gods straf”), worden als ongegrond ervaren.
      3. Goden krijgen eigenschappen toebedeeld die tot tegenstrijdigheden leiden.
        Zelfs voor die God levert dit geen eindverantwoordelijkheid op (cirkel-redenering die religie dus elke verantwoordelijkheid ontneemt). Goden kwaliteiten toedichten zonder rationeel fundament, b.v. God is liefde… terwijl religies onderling strijd voeren, je kind sterft, diezelfde God niet thuis geeft en dat je dat dan weer toewijst aan zijn ondoorgrondelijke redenen… Als er wat moois gebeurt heeft God het gedaan en als er iets slechts gebeurt is het uiteindelijk de schuld van de falende mens… Er is alleen niets dat dit vooroordeel onderbouwt.
      4. Het altijd hebben van een niet rationeel antwoord op rationele vragen.
        Dit blokkeert elke rationele instemming. De casus ‘evolutie of schepping’ is bijvoorbeeld bij gelovigen geen overweging ter acceptatie, maar hooguit een aanzet om de dogmatische richtlijnen van het geloof anders uit te leggen aan de gemeenschap. In discussies wordt slechts gemeld dat de wetenschap op dit onderwerp wederom haar eigen positie overschat… terwijl de wetenschap oordeelt dat het bewijs onomstotelijk is geleverd. Als iets wetenschappelijk vast ligt, dan wordt ze domweg ontkent óf wordt de bijbel er bij gepakt en naar een oplossing gezocht…. “oh dat bedoelt de Bijbel niet letterlijk”… Op die manier is er geen oprechte nieuwsgierigheid (wetenschap) naar wat onze wereld inhoudt. Er is slechts een voldongen feit dat moet worden goedgepraat vanuit de Bijbel. Een rationele afweging wordt dus belemmerd door dogmatisch denken en handelen. Voortschrijdend inzicht is niet mogelijk.

      5. Grote diversiteit aan interpretaties.
        Vanuit dezelfde ‘grabbelton’ (dat is niet oneerbiedig bedoeld, maar zo wordt het door buitenstaanders gezien!) aan tekst-fragmenten en vertalingen van samengestelde oude geschriften putten vele onderscheidende religieuze overtuigingen. De eigen (liefst persoonlijke) interpretatie wordt op de kansel als maatgevende waarheid  gepresenteerd en verdedigd. Mag je verwachten dat jouw ‘waarheden’ gerespecteerd worden door anderen als diezelfde geschriften ook tot andere ‘waarheden’ kunnen leiden?
      6. Religies die elkaar (en de buitenwereld) de maat nemen.
        Wij zijn de enige ware) en daar wordt de rest van de maatschappij mee belast (b.v. door gefilterde leerinhoud in het bijzonder onderwijs). Hierdoor krijgen kinderen niet het brede overzicht over een onderwerp dat ze zouden moeten krijgen. Je doet die kinderen dus tekort en dat besef behoort er te zijn bij de leiders (zie: Even een korte religieuze relativering vooraf… uit deel 1).
      7. Het ontkennen/misbruiken van wetenschap waar die schuurt met de religie.
        De platte aarde is het midden van het heelal, we zijn niet naar de maan geweest, het geloof in wonderen, standpunten over inenten oftewel: Wetenschap is onzin tenzij eimand uit óns groepje dat anders vindt en ónze interpretatie is de waarheid?
      8. Publieke onderwerpen niet puur rationeel willen afstemmen.
        Bestuur, wetgeving, e.d. (denk aan abortus, homohuwelijk, euthanasie etc..). Het niet onderkennen van het recht van het breder belang in een pluriforme samenleving.
      9. Tegenwerken strikte scheiding van kerk en staat (Cees vd Staaij SGP).
        Een egoïstische en dus niet evenwichtige kijk op het doel van deze wet. Kerk en staat scheiden garandeert ook de vrijheid van jouw religie. Kom je daar pas achter als er een hele grote islamitische partij heerst die jou vervolgens de maat neemt via de politiek? Het bewijst een zeer ondoordachte en onevenwichtige afweging.
      10. Het vermeende recht om religie als rationele reden te misbruiken zonder verdere argumentatie.
        Omdat ik dat geloof’ wordt als argument gebruikt in discussies om daarmee andersdenkenden de mond te snoeren (die dat vervolgens uit een soort ‘coulance’ pikken, maar daar intussen wel een mening over hebben) (Pat Condell).
      11. Religie heeft tot doel macht uit te oefenen over mensen.
        De geschiedenis toont dit al eeuwen aan. Er is natuurlijk ook Christelijk weerwoord ‘de pot verwijt de ketel‘, maar dat nuanceert natuurlijk niet de constatering op zich. Deze link toont een mooi voorbeeld van onvolwassen ratio. De machtsuitoefening van religie over groepen staat zelfs in geschriften en geloofsbelijdenissen en is onmiskenbaar aanwezig bij veel religies. Proberen invloed uit te oefenen op mensen en samenlevingen vanuit politieke ambities en proberen geloofsovertuiging in wetten en regels te implementeren, al of niet ten koste van andersdenkenden.
      12. Religie ontneemt mensen eigen verantwoordelijkheid.
        Niet zelf hoeven na te denken ‘want zo staat het geschreven’. Indoctrinatie misvormt kinderen vanaf het prille begin (ik moet dit doen volgens ons geloof).
      13. Al het voornoemde is ook minachting van de niet gelovigen, de meerderheid in onze samenleving.
        Het niet willen beseffen dat bovenstaande punten regelrechte miskenningen zijn van rationaliteit (waar je wel al je comfort en vooruitgang aan te danken hebt) in de maatschappij. Intussen wel eisen van de niet gelovigen dat ze respect hebben voor religieuzen. Het is wel héél erg veel gevraagd.
      14. Religies willen respect.
        Ze pretenderen zich vredelievend op te stellen en willen wel gerespecteerd worden om hun geloof (dogma’s). Ze zijn daarmee dus tóch ook zélf de basis voor de discussies.
        Het integreren van rationeel denken in een religieus geloofssysteem is een verdienste van de gematigde Theïst. Het vereist openheid, nieuwsgierigheid, inzicht, ruggengraat en de bereidheid om nieuwe ideeën een plekje te geven temidden van een religieuze context. Met geduld en reflectie kunnen deze mensen rationeel denken en geloof op een harmonieuze manier combineren. Voor wetenschappers waar orthodoxe religie en bijvoorbeeld natuurkunde soms niet verenigbaar zijn, ontstaat zelfs een soort schizofrenie. Het zijn twee gescheiden werelden die, afhankelijk van het moment, hun waarheid laten gelden. (Ander denkmodel van Dick Wursten).
    2. Pijnpunten van religie bij de extremere gemeenschappen (b.v. orthodoxe Islam en Biblebelt):
      1. Discriminatie en intolerantie. Extremere religieuze gemeenschappen zijn meestal zeer discriminerend tegenover mensen die niet tot dezelfde (sub)religie behoren of die een andere interpretatie van die religie hebben. Dit kan leiden tot intolerantie en spanningen binnen de samenleving.
      2. Beperkingen op individuele vrijheden. In sommige extremere religieuze gemeenschappen worden strenge regels en voorschriften opgelegd aan hun leden, wat kan leiden tot beperkingen op individuele vrijheden en keuzes (bijvoorbeeld baarddracht, kledingvoorschriften).
      3. Onderdrukking van vrouwen. In bepaalde orthodoxe religieuze gemeenschappen worden vrouwen vaak onderdrukt en beperkt in hun mogelijkheden en vrijheden. Dit leidt tot ongelijkheid en onrechtvaardigheid in de samenleving.
      4. Beperkingen op wetenschappelijke en intellectuele vrijheid. Religieuze gemeenschappen kunnen wetenschappelijke kennis en intellectuele vrijheid inperken en wetenschappelijke feiten afwijzen die ingaan tegen de overtuiging. Religie boven de wetenschap plaatsen (creationisme, gebedsgenezing, duiveluitdrijving, klimaatverandering, seksuele voorlichting).
      5. Gevoel van superioriteit en exclusiviteit. Sommige extremere religieuze gemeenschappen creëren een gevoel van superioriteit en exclusiviteit bij hun aanhangers ten opzichte van derden. Het vermeende recht om de buitenwereld over alles en nog wat de les te mogen lezen op basis van de eigen (religieuze) overtuiging zoals b.v. een Bijbel of Koran.
      6. Radicalisering en extremisme. Extremere religieuze gemeenschappen zijn vatbaarder zijn voor radicalisering en extremisme. Religie boven de wet plaatsen  (b.v. Sharia Koran), Niet ingrijpen door religieuze leiders  wanneer geloofsgenoten, gesteund door hun overtuiging, anderen iets aandoen.
      7. Gebrek aan diversiteit en inclusie. Extremere religieuze gemeenschappen vertonen meestal een gebrek aan diversiteit en inclusie, wat leidt tot uitsluiting en discriminatie van mensen die niet tot dezelfde religieuze groep behoren. Uitgaande dreigingen naar andersdenkenden (onderdrukken rechten van andersdenkenden, uitsluiting, molest, eerwraak, verplichte hoofddoek, afdwingen zondagsrust, manipulatie van lokale bevolking door een ‘religieuze dwangbuis’ (mensen geen ruimte geven om niét bij jouw groep te horen).
      8. Biblebelt-voorgangers die menen ook hun persoonlijke kleur aan een geloofsversie te moeten geven. Provocatieve uitingen doen naar andersdenkenden (De Hel bestaat écht! , Bekeer u tot het ware geloof, U bent verdoemd, tenzij…!).
      9. Bijbelstudies. Het presenteren van irrationele argumentaties en redeneringen als bewijs voor irrationele beweringen. Het verhaal onder het vorige linkje heb ik ter illustratie hier becommentarieerdl).
  4. Conclusies?
    Extremiteit komt vooral neer op religieuze dictatuur en kritiekloos volgen. Radicale ideologieën leiden tot potentieel gewelddadig gedrag bij de ‘minst getalenteerden’. Deze groepen zijn een bedreiging voor de sociale cohesie, tolerantie en individuele vrijheid. Reacties op deze extremiteiten zijn van hetzelfde niveau en stelligheid… Elkaar de tent uitvegen met verve en veel verbaal geweld (onbegrijpelijk dat men zich in een welles-nietes gevecht laat opsluiten).
    Kortom, religie in het algemeen, beïnvloedt de gehele bevolking. Je wordt er moedwillig mee geconfronteerd en afhankelijk van je directe omgeving of maatschappelijke rol heb je daar als andersdenkende meer of minder last van. Dat geldt met name in extremistische (verzuilde en weinig mobiele) conclaven in de Biblebelt.

Staan Geloof en Wetenschap elkaar in de weg?  Wetenschap of Geloof? Wetenschappers over religie (1/4)
Creationisme of Evolutie     Wetenschap of Geloof? Wetenschappers over religie (2/4)
Intelligent design noodzakelijk of niet?   Wetenschap of Geloof? Wetenschappers over religie (3/4)
Is wetenschap arrogant en alleen maar rationeel?   Wetenschap of Geloof? Wetenschappers over religie (4/4)

Deel 3: Acceptatie en Discussie

Jeroen Teelen

22 december 2023

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.