85 Het Bestaan van Goden? Discussies… Argumenten Vóór en Argumenten Tégen…
Bestaan Goden Echt? Een Analyse van Argumenten en Tegenargumenten
1. Inleiding
Of je nu theïst, atheïst, agnost of simpelweg onverschillig bent, de vraag naar het bestaan van goden raakt iedereen op een fundamenteel niveau. Het is een tijdloze kwestie die filosofen, wetenschappers en gewone mensen blijft intrigeren. Mensen van alle niveaus over de hele wereld hebben er eeuwenlang over gedebatteerd, zonder een definitief, en dus onbetwist, antwoord te vinden. Een opmerking van een collega dat ik me zeker zou bekeren tot de Islam als ik de Koran gelezen zou hebben, bracht me ertoe deze blog te schrijven. Zulke opmerkingen onthullen hoe diep persoonlijke overtuigingen geworteld zijn. Ze maken duidelijk hoe uitdagend het is om een objectieve en open dialoog te voeren over een onderwerp dat zo emotioneel geladen is.
Hoewel niemand een sluitend bewijs kan leveren voor of tegen het bestaan van goden, denk ik dat we de discussie tóch nog wel iets breder kunnen verkennen. Het nuanceren van een ‘overtuiging’ is, soms door meerdere oorzaken, niet iedereen gegeven, maar de discussie voeren en inzichten hierover delen, kunnen velen wel op weg helpen. Daarmee kunnen we misschien problemen in onze pluriforme samenleving, op termijn, voorkomen. Dat is dan ook het primaire doel van deze blog…
Geloof heeft zijn wortels niet alleen in intellectuele hiaten (God of the Gaps), maar eveneens in diep menselijke verlangens naar zingeving, verbondenheid en ethiek. In deze blog verken ik de historische, filosofische en psychologische dimensies van geloof, en zet ik de belangrijkste argumenten vóór en tegen op een rij. Daarbij probeer ik het debat te nuanceren en ruimte te creëren voor reflectie.
2. Hoe rationeel is het om met zekerheid iets te geloven, of te denken dat te mogen ontkennen??
1. De oorsprong van geloof: Onwetendheid of is er meer?
Hoe komen we eigenlijk aan de behoefte om te geloven in een hogere macht?
1.1 Psychologische verklaring
De gedachte dat een hogere macht over ons waakt en zelfs de dood kan overwinnen, biedt een gevoel van ultieme veiligheid. Het is een geruststelling die velen instinctief omarmen.
Als we dus toestaan dat we voor onszelf een ‘waarheid’ creëren omdat we dat nu eenmaal graag willen, dan hebben hier een verklaring.
1.2 Evolutionaire verklaring
Er is ook een evolutionaire verklaring voor het geloven in goden. Door natuurlijke selectie zijn onze hersenen geëvolueerd om ontvankelijk te zijn voor autoriteit. Deze eigenschap hielp onze voorouders overleven en maakt ons vandaag de dag vatbaar voor het accepteren van hogere machten. Evolutionair psycholoog Pascal Boyer stelt bijvoorbeeld dat religieus denken voortkomt uit onze instinctieve neiging om patronen te herkennen en intenties toe te schrijven, zelfs aan levenloze objecten. Dit biedt een overlevingsvoordeel, maar kan ook leiden tot het geloof in onzichtbare krachten.”
Er is dus een natuurlijke drang om te gehoorzamen aan een vorm van autoriteit. Voor kinderen is het bijvoorbeeld aantrekkelijk om de autoriteit van de ouders te accepteren omdat het domweg in hun voordeel is. Dat maakt ook dat kinderen binnen een bepaalde cultuur gevoelig worden voor een optie als het geloven in iets als een een God of hogere macht.
De behoefte om te geloven in een hogere macht is op zich dus goed verklaarbaar.
1.3 Resteert vervolgens de vraag welke aanleidingen er zijn om tot specifieke keuzes herin te komen:
Ook hier zijn meerdere verklaringen mogelijk.
1.3.1 God of the Gaps (God van de gaten).
Veel religieuze overtuigingen lijken oorspronkelijk voort te komen uit de behoefte om het onbekende te verklaren. Dit idee – dat geloof in goden voornamelijk ontstaat uit onwetendheid – wordt vaak genoemd: ‘het concept van de god van de gaten’.
Historische voorbeelden hiervan:
In vroege samenlevingen werd alles wat onverklaarbaar was toegeschreven aan goden of bovennatuurlijke krachten:
-
-
-
- Natuurrampen: Een aardbeving werd gezien als de woede van een god. De Vikingen geloofden dat donder het werk van Thor was, terwijl de Grieken bliksem aan Zeus toeschreven.
- Hemellichamen: De beweging van de zon en maan werd in veel culturen toegeschreven aan goddelijke machten, zoals Ra in het oude Egypte of Chandra in India.
- Ziekte: Voor de opkomst van de geneeskunde werden ziektes vaak beschouwd als straf van goden of het werk van demonen.Toen wetenschap begon te verklaren hoe natuurfenomenen werken, verloren deze religieuze verklaringen hun kracht. Bijvoorbeeld, het werk van Galileo en Newton over zwaartekracht en planeetbewegingen nam veel van de mystiek rondom hemellichamen weg. Toch biedt dit slechts een gedeeltelijke verklaring voor het ontstaan van geloof.
-
-
1.3.2 Geloof als narratief en zingeving
Religieuze tradities hebben vaak verhalen en doctrines ontwikkeld waarin natuurrampen worden gepresenteerd als straffen van goden voor menselijke zonden. Deze verhalen versterken onze neiging om intenties te zien achter gebeurtenissen door ze te koppelen aan een cultureel en religieus kader.
-
-
-
- Christendom: De zondvloed in Genesis wordt beschreven als een straf van God voor de zondigheid van de mensheid.
- Islam: Sommige moslims interpreteren natuurrampen als waarschuwingen of straf van Allah voor immoreel gedrag.
- Hindoeïsme: In bepaalde interpretaties worden natuurrampen gezien als een uiting van karma, waarin de goden balansen herstellen na menselijke overtredingen.
-
-
Deze verhalen geven structuur aan ons leven en helpen ons omgaan met onzekerheid, verlies en angst voor de dood. Zelfs in moderne samenlevingen blijven ze krachtig, juist omdat wetenschap deze existentiële vragen niet kan beantwoorden.
Een stelling zou kunnen zijn: “Slechts Onwetendheid leidt tot Geloof”
3. Het onbewijsbare karakter van de stelling
De vraag of goden bestaan overstijgt de grenzen van wat mensen kunnen weten. Dit maakt het onderwerp zowel fascinerend als frustrerend. Zelfs de filosofie kan ons niet verder brengen dan het domein van geloof. Zekerheden blijven persoonlijke overtuigingen en interpretaties, die voor iedereen anders kunnen zijn.
3.1. Het epistemologische vacuüm
Religieuze concepten, zoals goden, worden vaak gedefinieerd als entiteiten buiten tijd, ruimte en materie. Dit plaatst ze buiten het bereik van wetenschappelijke methoden, die uitsluitend werken binnen het waarneembare universum. Hierdoor is het onmogelijk om het bestaan van goden wetenschappelijk te bewijzen of te weerleggen. Dit betekent echter ook dat atheïsten zich niet kunnen beroepen op het idee dat ze niets hoeven te bewijzen. Bertrand Russell illustreerde dit treffend met zijn ‘theepot’-vergelijking: niemand kan bewijzen dat er geen theepot rond de zon draait, maar ook het omgekeerde is onmogelijk. Hetzelfde geldt voor het debat over goden.
Stellingname aan beide zijden – zowel het bestaan als het niet-bestaan van goden – is daarom gebaseerd op persoonlijke overtuigingen, niet op bewezen feiten.
3.2. Geloven versus weten
Geloof gaat over vertrouwen in iets dat niet empirisch bewezen kan worden. Dit onderscheidt geloof van wetenschap, die zich richt op wat toetsbaar is. Beide kampen – theïsten en atheïsten – nemen vaak een positie in die gebaseerd is op aannames:
-
- Theïsten: Stellen dat er een god is, ondanks gebrek aan bewijs.
- Atheïsten: Stellen dat er geen god is, omdat er geen bewijs is, maar beseffen niet dat “afwezigheid van bewijs” geen “bewijs van afwezigheid” is.
Voor mij is agnosticisme daarom een logischer standpunt: het erkennen dat we het simpelweg niet (kunnen) weten. Dit benadrukt wederom de rol van onwetendheid in het debat.
4. De menselijke neiging tot geloof
Zelfs als wetenschap alle natuurverschijnselen volledig zou verklaren, blijft de menselijke neiging bestaan om doelgerichte intenties toe te schrijven aan wat we waarnemen. Deze neiging, aangeduid als hyperactieve agency detection, kan ertoe leiden dat mensen een creator blijven zien als de ultieme “bedoeling” of “achterliggende oorzaak” van alles wat bestaat.
3.1. Agency in het dagelijks leven
Onze cognitieve bias om intentie toe te schrijven, is evolutionair nuttig. Het hielp onze voorouders overleven door potentieel gevaar op te merken:
-
- Een ritselende struik: Dit kon een roofdier zijn. Het was veiliger om aan te nemen dat er een bedreiging schuilde dan het te negeren.
- Natuurrampen: Zonder wetenschappelijke kennis was het logisch om een goddelijke oorzaak te veronderstellen.Deze neiging is nog steeds aanwezig:
- Mensen danken een hogere macht wanneer ze een ernstig ongeluk overleven.
- Sommigen zien het verschijnen van een regenboog als een teken van hoop.
- Technologische objecten zoals computers of auto’s worden soms behandeld alsof ze een wil hebben: “Waarom werkt dit ding mij tegen?” Mensen schelden bijvoorbeeld hun computer uit als die niet werkt, alsof het apparaat kwaadwillend is. Dit toont hoe sterk we intenties toeschrijven, zelfs aan objecten.
3.2. Spiritualiteit zonder religie
Zelfs in seculiere samenlevingen blijven mensen zoeken naar iets ‘groters,’ zoals astrologie, mindfulness, of een vaag geloof in ‘het universum.’ Dit laat zien dat de behoefte aan zingeving en verbondenheid niet afhankelijk is van traditionele religies. Zelfs onomstotelijk bewijs dat astrologie niet meer is dan een rad van avontuur zonder basis in de realiteit, weerhoudt velen er niet van het als houvast te omarmen.
5. Argumenten vóór en tegen het bestaan van goden
Hieronder enkele klassieke argumenten, met hun voor- en tegenkant.
4.1. Het kosmologische argument
-
- Voor: Alles wat bestaat moet een oorzaak hebben. Het universum moet dus ook een eerste oorzaak hebben, wat een god impliceert.
- Tegen: Kwantumfysica toont aan dat sommige verschijnselen zonder oorzaak kunnen bestaan. Misschien is zelfs het universum zo’n verschijnsel. Astrofysicus Lawrence Krauss suggereert in zijn boek ‘A Universe from Nothing’ dat het universum mogelijk spontaan is ontstaan zonder een externe oorzaak. Dit biedt een alternatieve verklaring voor het ontstaan van alles.
4.2. Het teleologische argument
-
- Voor: De complexiteit van de natuur wijst op een intelligent ontwerp.
- Tegen: Evolutietheorie verklaart hoe complexiteit kan ontstaan zonder een ontwerper. Bovendien zijn er zeer veel imperfecties in de natuur.
4.3. Ervaringsgerichte argumenten
-
- Voor: Religieuze ervaringen worden door velen gezien als bewijs voor goden.
- Tegen: Deze ervaringen zijn subjectief en kunnen psychologisch worden verklaard. Een beroemd voorbeeld is de ervaring van Franciscus van Assisi, die visioenen had die hem inspireerden tot een leven van armoede en devotie. Tegenstanders stellen echter dat dergelijke ervaringen neurologisch verklaarbaar zijn, bijvoorbeeld als gevolg van epileptische aanvallen of hallucinaties.
4.4. Het morele argument
-
- Voor: Objectieve moraal wijst op een goddelijke bron.
- Tegen: Moraal kan voortkomen uit sociale en evolutionaire processen, zonder een god.
5. Conclusie
De vraag naar het bestaan van goden blijft onbeantwoord en is misschien voor altijd zelfs wel onbeantwoordbaar. Hoewel geloof historisch voortkwam uit onwetendheid, biedt het vandaag de dag denkrichtingen en interpretaties voor existentiële en sociale vragen die buiten het bereik van wetenschap liggen.
Het is essentieel dat we de grenzen van ons begrip erkennen en ruimte laten voor open dialoog als we discussies voeren over dit onderwerp.
Geen enkel argument kan absolute zekerheid bieden, maar het gesprek zelf helpt ons de menselijke ervaring van anderen beter te begrijpen. Misschien is het streven naar begrip en empathie wel belangrijker dan het vinden van een definitief antwoord op de vraag naar het bestaan van goden.
Voor mij persoonlijk geldt de conclusie dat de ‘zekerweters’ aan beide kanten – zowel gelovigen als ongelovigen – zichzelf een autoriteit toekennen die ze niet kunnen waarmaken. Ze baseren hun oordelen op aannames zonder enige rationele grondslag en dragen daarmee bij aan polarisatie en onbegrip in de maatschappij. Dit dogmatisme, van welke kant het ook komt, doet meer kwaad dan goed. Helaas… zoals je een koe niet kunt leren schaken en ie slechts zal blijven loeien, lijkt het ook onmogelijk om bij deze mensen enige nuance van hun standpunt aan te brengen. Maar misschien meet ik me hiermee ook zelf een te grote broek aan? Laat ik dat laatste daarom maar voor mezelf houden, als een stille gedachte… (die ik toch even wilde delen).
Jeroen Teelen
4 september 2024
Hoi Ilonka, je raakt precies de kern! We kunnen simpelweg geen absolute waarheid claimen via welke religie dan ook. Als het gaat om het bestaan van goden is dat een terrein waar ons menselijke begrip te beperkt is. Daarom moeten we kritisch kijken naar de manier waarop religie, via dogma’s, het onafhankelijke denken onderdrukt. Dit geldt vooral (in het belang van de rest van de maatschappij) wanneer religie bestuurlijke invloed uitoefent, zowel op nationaal als lokaal niveau. In een steeds meer pluriforme wereld moeten we verstandige, seculiere keuzes maken in het publieke domein, om toekomstige conflicten te voorkomen. Dát is trouwens ook precies de reden waarom ik er zo veel aandacht aan schenk!
Groet,
Jeroen
Ik kan alleen maar zeggen er is meer tussen Hemel en Aarde en voor de rest kan ik er met mijn verstand niet bij. Toevallig gisteren gekeken naar de verwondering met Jotika Hermsen, ga dat zien dan volgen er denk ik weer vele vragen.