Er zijn dirigenten die zonder opleiding beroemd zijn geworden en er zijn dirigenten die mét opleiding nog geen kwartet kunnen leiden… Daarmee wil ik alleen maar aangeven dat een goede dirigent meer nodig heeft dan kennis en vaardigheden die je opdoet tijdens een conservatorium studie alleen anders gaat ie het niet redden… zo kijk ik er nu tenminste op terug. Tot en met KV 275 ging het me prima af zonder enige formele training en dat kwam voornamelijk omdat ik op m’n negentiende al begonnen ben met dirigeren en altijd uitgebreid de tijd nam om me voor te bereiden en de tijd nam om  te repeteren met koor en orkest. Mijn fouten en onkunde werden dus verdoezeld door ervaring en pleisters plakken tijdens repetities. Een stuk als KV626 (Het Requiem van Mozart) is echter van een heel ander kaliber. Zo’n stuk kun je niet doen zonder professionele (of tenminste zeer geoefende) zangers en orkestleden. De uitdaging is dan een stap te ver en daar kom je als amateur dirigent héél snel achter tijdens de voorbereiding. “Velen zijn begonnen maar weinigen hebben het ook echt afgemaakt” hoorde ik later van een professional. Het is een stuk muziek met oneindige diepte waarin de kans om te verzuipen groot is als je verder wilt gaan dan het domweg oplepelen van de nootjes (wat de computer ook kan en meestal zelfs nog beter doet). Professionals en semi-professionals dus… daar moet je het mee doen. Daar komt nog eens bij dat de professional z’n brood verdient met dit werk en dus niet zo maar eindeloos een jaar gaat repeteren tot het allemaal goed genoeg klinkt. Nee,  je krijgt één repetitie en daar moet je het mee doen want anders wordt het onbetaalbaar. Ik had in mijn koor alleen al twee professionele dirigenten, dus ik moest wel wat laten zien want anders waren ze zeker afgehaakt. De ene kwam zelfs elke week vanuit Doesburg naar de repetitie in Twello en ook de andere koorleden kwamen uit de brede regio (tot 70 km). Een heel gemotiveerde club dus en dat betekent dat je ook de taal van de professionele musicus moet spreken want anders begrijpen ze echt niet zomaar wat je bedoelt met je gezwaai… Dus toch maar naar les want de lat lag hoog…

Ter voorbereiding van het Requiem ging ik eerst maar eens naar het Utrechts Conservatorium om in de zomer een Kurt Thomas Cursus te doen (er zijn meerdere cursussen op diverse niveaus van amateur tot professional). Er ging een wereld voor me open en ik kwam elke dag ‘stuiterend’ thuis volgens mijn vrouw. In 2013 zat ik als hospitant (toehoorder dus, want ik had geen conservatorium vooropleiding) in groep E (directie groot koor en orkest) om eens goed te kijken wat er allemaal goed en fout gaat bij zo’n setting (ontzettend leerzaam en ik kreeg diep respect voor twee natuurtalentjes (jonge dames uit Japan) die ook deelnamen aan deze cursus). Vervolgens ging ik een lange periode bijna wekelijks naar vier bekende Nederlandse dirigenten voor privé-les.

Twee fragmentjes van een privé les: 2013-09-17 11.10.14    2013-09-17 11.55.15

In 2014 was ik cursist in groep C (ervaren professionele dirigenten koor met ensemble). Dat ik mee mocht doen in die groep was dankzij twee van mijn privé-docenten. Zij waren ook docent op het conservatorium en vonden dat ik in die groep moest meedoen ook al voldeed ik niet aan de minimum eis van ’tenminste één afgeronde conservatorium opleiding’ want dat had ik natuurlijk niet… Ik vond het geweldig (aanrader voor iedereen die wat verder wil komen dan het tot dirigent gepromoveerde koorlid). Het werd voor mij een echte dagtaak om de kennis te vergaren en de vaardigheden op te bouwen. Overgaan van bijvoorbeeld een drie- naar vierkwarts terwijl je ook nog een gesprek voert en met de andere hand een inzet voor de sopranen aangeeft, is iets dat je niet zomaar zonder nadenken kunt. Het is wel een noodzakelijke routine die moet voorkomen dat iedere kleine misstap straks op een uitvoering, gelijk tot een catastrofe leidt. Ik liep dus op mijn tenen, maar daar houd ik ook wel van… samen het onderste uit de kan halen… geweldig!

Achteraf gezien had ik misschien na m’n zakelijke carrière ook gewoon een conservatorium opleiding met nadruk op directie moeten gaan doen, maar dat was me toen wel een stapje té ver…

Waarom ik dit stukje schrijf? Ik heb het al genoemd; ‘velen beginnen, weinigen maken het af’. Het Requiem is een heel lastig stuk voor zowel koor, orkest als dirigent omdat het technisch hoge eisen stelt aan de betrokkenen, maar vooral ook omdat het een muzikale diepgang kent die je heel onzeker kan maken over de wijze waarop je het wilt gaan uitvoeren. Het is als het vertellen van een sprookje… dat kan op vele manieren… allemaal goed… maar het stelt hoge eisen aan de verteller qua capaciteiten en qua inzet. De luisteraar moet niet in slaap vallen en geboeid blijven en dat kun je niet zomaar. KV275 (het project dat ik er voor had gedaan) is een mooie mis die je na het horen van een paar uitvoeringen snel onder de knie hebt. KV626 maakt je na het horen van enkele uitvoeringen van grote meesters! (er is namelijk ook veel professionele bagger op cd/dvd) heel onzeker. Je ontdekt de valkuilen, tempi, frasering, dynamiek, een muzikale kwinkslag en dat gaf mij het gevoel dat het domweg nadoen van een bepaalde uitvoering een dikke streep onder mijn onvermogen zou betekenen. Mozart had een geniaal stuk geschreven dat je de uitdaging oplegt er iets meer mee te doen dan simpelweg dat en die voorbereiding kostte mij (als leek) een paar jaren.

Weet dus, waar je aan begint…

Jeroen Teelen