Kerstverhaal voor kinderen zonder religie en vrij te gebruiken!

Mooi he? zo’n grote kerststal…

Elk jaar, zo vlak voor kerstmis, maken een paar grote mensen zo’n mooie grote kerststal, speciaal voor ehh… Tja voor wie eigenlijk? Voor de kinderen?  Ook natuurlijk…, maar eigenlijk gewoon voor iedereen die het leuk vindt om er naar te komen kijken…

Het is best veel werk hoor, de een zoekt mooie kerstbomen en kersttakken uit, de andere maakt er lampjes in en weer een andere doet de poppetjes er bij… en ze gaan net zo lang door tot het weer een hele mooie kerststal is geworden.

Ze bouwen de kerststal ook omdat ze er een verhaal mee willen vertellen…

Net als aan de plaatjes in een boek, kun je, als je heel goed kijkt, soms wel een beetje zien waar het verhaal over gaat… maar hier is dat toch eigenlijk nog best wel moeilijk… ik zie hier een koe en een ezel en een waterval en een ster en een mevrouw met vleugeltjes en een papa en mamma met een kindje en heel veel andere dingen… en daarom zal ik je het verhaal gewoon even vertellen. Dat duurt niet zo lang hoor… Laat ik maar snel beginnen…

Heel lang geleden… toen onze opa’s en oma’s nog niet eens geboren waren, hadden de mensen nog geen iPad,  geen fiets, geen auto en ook geen televisie… Ze waren eigenlijk best wel arm. Ze gingen nooit op vakantie, hadden meestal ook geen mooi huis met een lekkere warme kachel of een lekkere warme douche en veel mensen sliepen dan ook niet in een mooi bed met een lekkere warme donsdeken… Als het niet al te koud was maakten ze een klein vuurtje en sliepen ze gewoon met de kleren aan buiten op een bedje van bladeren. En als het slecht weer was, dan sliepen ze ergens in een schuur of in een stal bij de dieren… Daar was het altijd lekker warm natuurlijk. Tja, en dan schrokken ze natuurlijk wel eens wakker van een loeiende koe, een balkende ezel of een blatend schaap…

Ook toen waren er al, heel arme en heel rijke mensen… Tja, de een heeft misschien een beetje meer geluk of kan net iets meer dan de ander. Niet iedereen is hetzelfde natuurlijk. Veel rijke mensen waren ook heel lief, die hielpen de armen, maar er waren ook rijke mensen die alleen maar nóg rijker wilden worden. Die lieten de arme mensen dan heel hard werken en gaven ze eigenlijk maar heel weinig geld. Soms zo weinig, dat die mensen nauwelijks te eten hadden. En als ze dan ook nog ziek werden en dus helemaal niét konden werken, dan kregen ze ook helemaal geen geld en dan konden ze zelfs geen brood kopen voor hun kindertjes en dat is natuurlijk niet goed. Die arme mensen gingen dan soms een brood stelen…. dat mag natuurlijk niet he,… maar ja, wat doe je als je ziet dat je kindje heel erge honger heeft? Dan kán het toch niet anders? En dát vonden die rijke mensen dan weer niet goed en daarom was er veel ruzie…

De sterkste mensen waren in die tijd de baas want die gingen net zo lang door met vechten tot er niemand meer durfde… Maar, zoals je weet zijn die vechtersbazen meestal niet zo slim… eerder een beetje dom. Denk maar eens dat er bij jou in de klas geen juffrouw of meester is die zegt wat er wel mag en wat er niet mag…. en dat het sterkste kindje dan de baas is. Dat wordt toch gauw een rommeltje, met vechten en haren trekken? Nee, het is juist heel erg belangrijk dat er iémand is die zorgt dat iederéen het naar z’n zin heeft en dat iederéen iets mag vertellen, iederéen een snoepje krijgt en niémand begint te vechten… Je wilt dus eigenlijk niet dat zo’n juffrouw of meester heel sterk is, maar vooral dat die heel lief is en heel slim…  Iedereen moet het gevoel hebben dat het eérlijk is wat er gebeurt.  Nou dat is dus bij grote mensen dus eigelijk precies zo… Er moeten goede regels zijn zodat de mensen leren hoe ze op een goede manier met elkaar gezellig kunnen samenleven, zonder te vechten en met slimme regels zodat niemand hoeft te stelen en iedereen toch te eten heeft. Tja, en om goéde regels te verzinnen heb je nu eenmaal slimme mensen nodig.

De meeste mensen konden in die tijd niet lezen. Als ze wilden weten wat er ergens anders gebeurd was dan moesten ze wachten op de verhalenvertellers. Dat waren mensen die van stad naar stad die reisden met hun paard en wagen om hun spullen te verkopen op de markt en dié vertelden dan gelijk wat ze hadden meegemaakt op hun reis. Sommigen vertelden precies wat ze hadden meegemaakt maar anderen verzonnen er soms nog een beetje wat bij om het verhaal allemaal nog spannender te maken, dus die verhalen waren niet allemaal altijd even nauwkeurig. Maar… de mensen vonden ze wel leuk en ze  luisterden aandachtig.

Er waren ook mensen die verhalen vertelden die ze in boeken hadden gelezen. Zo was er bijvoorbeeld een verhaal dat er iemand geboren zou worden die de mensen, als hij groot was, zou helpen om beter met elkaar samen te leven. Om niet gelijk te gaan vechten, maar eerst beter na te denken, beter naar elkaar te luisteren, liever voor elkaar te zijn en eerlijker en vooral ook, om elkaar te helpen en het eten en andere dingen die je hebt, ook met elkaar te delen. De mensen die deze verhalen vertelden noemen we profeten. Da’s misschien een beetje een gekke naam maar het waren eigenlijk dus gewoon verhalenvertellers die niet vertelden wat ze hadden meegemaakt, maar die vertelden wat er nog zou gaan gebeuren. Sommige mensen vonden dat allemaal maar raar en geloofden er helemaal niets van, maar anderen hoopten toch dat het waar was en dat zo iemand dan gauw zou komen want dan zou er dus veel minder ruzie zijn en veel meer plezier!

Iedereen dacht ook dat zo’n kindje dan wel een prinsje moest zijn, een kindje van de koning, want als je dat allemaal kon was je toch wel heel bijzonder…

Maar het werd allemaal heel anders…

Op een nacht liepen er een man en een vrouw met een heel dikke buik met een kindje er in, buiten door de kou… De man was timmerman Jozef die samen met zijn vrouw Maria, op reis was. De wind loeide en het werd al donker, maar ze hadden nog steeds geen plek om te slapen. Ze hadden de hele dag gelopen en waren dus vreselijk moe. Jozef had pijn aan z’n voeten. Voor Maria had hij speciaal het ezeltje meegenomen zodat ze daar af en toe op kon uitrusten, maar het was maar een kleine ezel (zo’n grote was veel te duur) en dus  moest Maria ook veel zelf lopen. Dat werd natuurlijk wel steeds moeilijker met zo’n dikke buik. Ze wilden dus eigenlijk allebei heel graag lekker uitrusten in een herberg, zo noemden ze de hotels toen. In zo’n herberg kon je dus iets eten en drinken, maar je kon er ook slapen, tenminste als er plek genoeg was en dát was nu net het probleem. Alle herbergen waar ze langs kwamen zaten al vol. Ze werden overal weer weggestuurd en ze konden dus nergens terecht… Maria werd een beetje ongerust en vond dat er nu toch snel iets gevonden moest worden want ze voelde dat het kindje in haar buik nu toch wel heel graag geboren wilde worden… Het zou dus niet lang meer duren…

Gelukkig… eindelijk toen Jozef  aanklopte bij een heel gewone boer ver buiten de stad, om te vragen of die misschien nog ergens een plekje wist, mochten ze van die boer in een stal slapen die iets verderop lag. Pfffft, dat was een hele opluchting. Gelukkig, eindelijk een plekje. De stal had twee van die hele grote deuren waar je met een grote wagen naar binnen kon maar gelukkig was er ook nog een kleine zijdeur… Die kraakte toen Jozef ‘m voorzichtig open deed.

Hij maakte wat licht met een kaarsje en zag onmiddellijk dat er stro op de grond lag. “Gelukkig” dacht ie, “dan kan Maria tenminste lekker op het stro gaan liggen”. Er stond ook een os in de stal, dat is soort grote koe en die keek heel even naar de ezel maar ging toen gewoon door met het kauwen van stro. Het maakte hem allemaal niet zoveel uit wie of er nu weer binnenkwam. De wind was inmiddels gaan slapen en zo samen met het ezeltje er bij was het eigenlijk al best behaaglijk in het stro. Jozef deed nóg een kaarsje aan, zodat het nog wat lichter werd in de stal en toen zag ie In de hoek nog een oude voederbak voor de dieren liggen, vroeger noemden ze dat een kribbe. Hij maakte die zo goed mogelijk schoon en deed er ook al vast wat stro in… want dan kon hij dat mooi gebruiken als wiegje voor de baby. “Je weet maar nooit of dat kindje vannacht geboren gaat worden…” dacht hij en toen vielen ze allemaal in een diepe slaap… Midden in de nacht schrok Jozef ineens wakker. Maria voelde dat het kindje geboren zou worden en inderdaad, er kwam een nieuw mensje op de wereld, een klein jongetje en ze besloten om het kindje Jezus te noemen. Jezus betekent redding. Hij zou de man worden die de mensen zou helpen om betere en lievere mensen te worden. Hij was dus wel een heel bijzonder kindje, maar helemaal geen prins en ook helemaal geen kindje van rijke mensen maar gewoon het kindje van een timmerman en zijn vrouw. Het had dus eigenlijk ook gewoon jouw buurjongetje kunnen zijn. Maria en Jozef waren natuurlijk heel blij en ze legden hun kindje voorzichtig op het stro in de kribbe die Jozef had schoongemaakt. Ze vonden hun kindje prachtig, maar ja, dat vinden alle pappa’s en mamma’s natuurlijk van hun kindje. Ze gaven het lekkere warme melk en knuffelden het tot het in slaap viel in de lekkere warme stal.

In het veld zagen de herders opeens een heel heldere ster aan de hemel… Zo helder als ze nog nooit hadden gezien, dus iedereen vond de ster heel bijzonder… en het leek ook wel of de ster iets wilde zeggen, zoiets van ’kom maar deze kant op, want hier is iets heel bijzonders gebeurd’. En zo, kwamen ook de herders bij de stal. Ze feliciteerden Maria en Jozef natuurlijk met de geboorte van het kindje, maar ze wisten eigenlijk niet zo goed wat ze er verder mee moesten. Ze kenden de verhalen van de profeten niet en ze waren eigenlijk gewoon gekomen omdat ze een beetje nieuwsgierig waren geworden door die vreemde heldere ster.

Die eenvoudige herders waren dus eigenlijk de eerste mensen die het bijzondere kindje hadden gezien. Dus niet een belangrijke koning of iemand anders die heel belangrijk is of heel rijk, maar gewoon de eenvoudige schaapherders. Het verhaal zegt ook dat er, heel ver weg, drie koningen waren die de ster ook hadden gezien. Zij kenden de verhalen van de profeten wel en gingen op de lange reis naar de kerststal die 12 dagen duurde, zo ver weg was het… want ook zij wilden graag het bijzondere kindje zien natuurlijk.

Tja, dat is eigenlijk wat we vieren met Kerstmis… de geboorte van Jezus. Wat een bijzonder verhaal he? En of het allemaal precies zo gebeurd is als ik verteld heb, dat weten we eigenlijk niet eens zeker, maar we weten wel dat Jezus geboren is en dat hij de mensen heeft laten zien hoe ze op een goede manier moeten samenleven. Niet door ruzie te maken en alleen aan zichzelf te denken maar juist door je best te doen om anderen te helpen en aardig voor elkaar te zijn. Dan wordt het leven ook voor jezelf nog veel fijner en Jezus probeerde ons dat te leren….

Jeroen Teelen, mei 2018