Een goede kennis meldde me dat ie het wel leuk zou vinden om te gaan parachute-springen… en of ik het misschien leuk vond om mee te gaan.
Ik zei natuurlijk Ja en voor ik het wist zaten we beiden op de opleiding in Teuge… Leren vallen…, wat te doen als…, nooit… maar altijd… enz. enz.. Het moment van de eerste sprong is natuurlijk heel bijzonder. Er werd destijds nog gesprongen met de ronde bol (uit de 2e wereldoorlog) en die is zo goed als onbestuurbaar… Je kunt iets draaien maar daar blijft het dan ook vrijwel bij…

Spannend… Ik zat naast de deur en ik zal dan ook nooit vergeten dat ik de schik van m’n leven kreeg toen die deur naast me ineens open ging en ik een afgrond in staarde. We moesten een voor een op het ‘stepje’ (een klein ijzeren plaatje aan de vleugelsteun (strut)) gaan staan en dan vervolgens achteruit springen, de instructeur blijven aankijken met de armen en benen gespreid… Er ontstaat de eerste keer een soort van bewustzijnsvernauwing waardoor je alles niet echt zo precies meekrijgt, maar eenmaal onder de geopende parachute was de euforie enorm. Wát een ervaring! Zo stil, zo mooi. zo ver, zo klein, zo…. geweldig! Het vliegveld was niet te vinden, maar dat was ons van tevoren uitgelegd; je moet niet schuin, maar recht naar beneden kijken… en ja hoor, precies boven het veld!

De landing met die ronde bollen was stevig, maar daar hadden we op geoefend dus geen centje pijn… Mijn maat kon ik echter niet vinden, niet op het veld, maar ook niet in de lucht… Bleek ie in de sloot te zijn beland en z’n grote teen zwaar gekneusd te hebben… een kunst op zich, maar wel een met de consequentie dat ie zes weken niet mocht springen en z’n A-brevet (8 sprongen) dus voorlopig wel kon vergeten…

Ik sprong intussen vrolijk door en als je veel spring wordt de spanning steeds minder. A-brevet… daarna aan de PC… dat was een beter bestuurbare ronde bol. Die had namelijk ook een voorwaartse snelheid en die moest je dus ook echt tegen de wind in landen anders kwam je met veel te hoge horizontale snelheid op de grond. Na, ik dacht, veertig sprongen kocht ik m’n eigen square (zo’n vierkante chute die wel 50 km per uur kan vliegen) en deed mee vele spring-demonstraties door het land bij evenementen. Op de Nederlandse kampioenschappen deed ik mee aan meerdere onderdelen en werd overal zo ongeveer laatste (tenminste zo is me dat bij gebleven). Ook hebben we met een paar springers de eerste ‘stacks’ gemaakt (meerdere schutes boven elkaar) en achteraf bezien was dat een niet ongevaarlijke operatie, want we deden het (door gebrek aan kennis) niet op een veilige manier… Gelukkig zijn er geen ongelukken gebeurd!

Mijn maatje pakte na zijn herstel het springen weer op deed zijn tweede sprong met de ronde bol… Het onmogelijke gebeurde… hij bezeerde zijn andere been en besloot er toen maar helemaal mee te stoppen. Ook mijn argument dat met twee benen alle mogelijkheden ook wel waren uitgeput, had geen effect.

Ik ben nog enkele jaren blijven springen en heb al met al denk ik zo’n 200 sprongen gemaakt. Veel demo’s als opluistering van evenementen en daarbij een keer tussen een blaaskapel geland… Gelukkig alles zonder kleerscheuren… Omdat het me toch wel erg veel tijd koste en het nieuwtje er ook wel een beetje af was en mijn vrouw zwanger was van de eerste, stopte ik met springen en ging op vliegles.

Een 8mm filmpje van de ‘spring-carrière’ 

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.